Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze toch

Synonyms for "toch" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

toch:
- desalniettemin; desondanks; toch; niettegenstaande; evengoed; evenwel; nochtans; niettemin

Niederländisch

Detailed Synonyms for toch in Niederländisch

toch:

toch adv

toch
desalniettemin; desondanks; toch; niettegenstaande; evengoed
- desalniettemin adv
- desondanks Adjektiv
- toch adv
- niettegenstaande Adjektiv
- evengoed adv
toch
desondanks; toch; evenwel; nochtans; niettemin
- desondanks Adjektiv
- toch adv
- evenwel Adjektiv
- nochtans Adjektiv
- niettemin Adjektiv
toch

– ondanks dat ¹
toch; desondanks; desalniettemin
– ondanks dat ¹
- toch adv
  - het regende hard, maar ik ging toch naar buiten¹
- desondanks
  - ik weet dat die auto gevaarlijk is, desondanks ga ik ermee rijden¹
- desalniettemin adv
  - ik was doodmoe, desalniettemin bleef ik wakker¹

Alternate Synonyms for "toch":

desalniettemin; desondanks

Verwandte Definitionen für "toch":

ondanks dat¹
- het regende hard, maar ik ging toch naar buiten¹

¹Muiswerk Woordenboek