Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. sublimeren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for sublimeren in Niederländisch

sublimeren:

sublimeren Verb (sublimeer, sublimeert, sublimeerde, sublimeerden, gesublimeerd)

  1. sublimeren
    sublimeren
    • sublimeren Verb (sublimeer, sublimeert, sublimeerde, sublimeerden, gesublimeerd)

Konjugationen für sublimeren:

o.t.t.
  1. sublimeer
  2. sublimeert
  3. sublimeert
  4. sublimeren
  5. sublimeren
  6. sublimeren
o.v.t.
  1. sublimeerde
  2. sublimeerde
  3. sublimeerde
  4. sublimeerden
  5. sublimeerden
  6. sublimeerden
v.t.t.
  1. heb gesublimeerd
  2. hebt gesublimeerd
  3. heeft gesublimeerd
  4. hebben gesublimeerd
  5. hebben gesublimeerd
  6. hebben gesublimeerd
v.v.t.
  1. had gesublimeerd
  2. had gesublimeerd
  3. had gesublimeerd
  4. hadden gesublimeerd
  5. hadden gesublimeerd
  6. hadden gesublimeerd
o.t.t.t.
  1. zal sublimeren
  2. zult sublimeren
  3. zal sublimeren
  4. zullen sublimeren
  5. zullen sublimeren
  6. zullen sublimeren
o.v.t.t.
  1. zou sublimeren
  2. zou sublimeren
  3. zou sublimeren
  4. zouden sublimeren
  5. zouden sublimeren
  6. zouden sublimeren
en verder
  1. ben gesublimeerd
  2. bent gesublimeerd
  3. is gesublimeerd
  4. zijn gesublimeerd
  5. zijn gesublimeerd
  6. zijn gesublimeerd
diversen
  1. sublimeer!
  2. sublimeert!
  3. gesublimeerd
  4. sublimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for sublimeren