Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. schotels garneren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for schotels garneren in Niederländisch

schotels garneren:

schotels garneren Verb

  1. schotels garneren
    versieren; afwerken; garneren; schotels garneren; opmaken; opsmukken
    • versieren Verb (versier, versiert, versierde, versierden, versierd)
    • afwerken Verb (werk af, werkt af, werkte af, werkten af, afgewerkt)
    • garneren Verb (garneer, garneert, garneerde, garneerden, gegarneerd)
    • opmaken Verb (maak op, maakt op, maakte op, maakten op, opgemaakt)
    • opsmukken Verb (smuk op, smukt op, smukte op, smukten op, opgesmukt)

Related Synonyms for schotels garneren