Niederländisch
Detailed Synonyms for retourneren in Niederländisch
retourneren:
-
retourneren
-
retourneren
-
retourneren
Konjugationen für retourneren:
o.t.t.
- retourneer
- retourneert
- retourneert
- retourneren
- retourneren
- retourneren
o.v.t.
- retourneerde
- retourneerde
- retourneerde
- retourneerden
- retourneerden
- retourneerden
v.t.t.
- ben geretourneerd
- bent geretourneerd
- is geretourneerd
- zijn geretourneerd
- zijn geretourneerd
- zijn geretourneerd
v.v.t.
- was geretourneerd
- was geretourneerd
- was geretourneerd
- waren geretourneerd
- waren geretourneerd
- waren geretourneerd
o.t.t.t.
- zal retourneren
- zult retourneren
- zal retourneren
- zullen retourneren
- zullen retourneren
- zullen retourneren
o.v.t.t.
- zou retourneren
- zou retourneren
- zou retourneren
- zouden retourneren
- zouden retourneren
- zouden retourneren
en verder
- heb geretourneerd
- hebt geretourneerd
- heeft geretourneerd
- hebben geretourneerd
- hebben geretourneerd
- hebben geretourneerd
diversen
- retourneer!
- retourneert!
- geretourneerd
- retournerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze