Niederländisch

Detailed Synonyms for rampzalig in Niederländisch

rampzalig:

rampzalig Adjektiv

  1. rampzalig
  2. rampzalig
    ellendig; erg; rampzalig; deerniswekkend; erbarmelijk; armzalig; bar
  3. rampzalig
    ongelukkig; rampzalig; funest; noodlottig; ellendig
  4. rampzalig
    fnuikend; rampzalig; fataal; noodlottig

Verwandte Wörter für "rampzalig":

  • rampzaligheid, rampzaliger, rampzaligere, rampzaligst, rampzaligste, rampzalige