Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. publiek:


Niederländisch

Detailed Synonyms for publiek in Niederländisch

publiek:

publiek [het ~] Nomen

  1. het publiek
    het publiek; het gehoor
  2. het publiek
    – mensen die ergens naar luisteren 1
    het publiek
    – mensen die ergens naar luisteren 1
    • publiek [het ~] Nomen
      • het publiek gaf de violist een warm applaus1
  3. het publiek
    – mensen voor wie je optreedt of voor wie je schrijft 1
    het publiek
    – mensen voor wie je optreedt of voor wie je schrijft 1
    • publiek [het ~] Nomen
      • het boek is niet geschreven voor dit eenvoudige publiek1

publiek Adjektiv

  1. publiek
    openbaar; publiek
  2. publiek
    – waar iedereen in kan of aan mee kan doen 1
    openbaar; publiek
    – waar iedereen in kan of aan mee kan doen 1
    • openbaar Adjektiv
      • dit is een openbare school1
    • publiek Adjektiv
      • dit postkantoor is een publiek gebouw1

Verwandte Wörter für "publiek":

  • publieks, publieke

Alternate Synonyms for "publiek":


Antonyme für "publiek":


Verwandte Definitionen für "publiek":

  1. mensen die ergens naar luisteren1
    • het publiek gaf de violist een warm applaus1
  2. waar iedereen in kan of aan mee kan doen1
    • dit postkantoor is een publiek gebouw1
  3. mensen voor wie je optreedt of voor wie je schrijft1
    • het boek is niet geschreven voor dit eenvoudige publiek1

Related Synonyms for publiek