Niederländisch
Detailed Synonyms for protesteren in Niederländisch
protesteren:
-
protesteren
-
protesteren
protesteren; sputteren; tegensputteren; tegenpruttelen-
tegensputteren Verb (sputter tegen, sputtert tegen, sputterde tegen, sputterden tegen, tegengesputterd)
-
tegenpruttelen Verb (pruttel tegen, pruttelt tegen, pruttelde tegen, pruttelden tegen, tegengeprutteld)
-
protesteren
verzetten; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen-
tegenspartelen Verb (spartel tegen, spartelt tegen, spartelde tegen, spartelden tegen, tegengesparteld)
-
tegenstribbelen Verb
Konjugationen für protesteren:
o.t.t.
- protesteer
- protesteert
- protesteert
- protesteren
- portesteren
- protesteren
o.v.t.
- protesteerde
- protesteerde
- protesteerde
- protesteerden
- protesteerden
- protesteerden
v.t.t.
- heb geprotesteerd
- hebt geprotesteerd
- heeft geprotesteerd
- hebben geprotesteerd
- hebben geprotesteerd
- hebben geprotesteerd
v.v.t.
- had geprotesteerd
- had geprotesteerd
- had geprotesteerd
- hadden geprotesteerd
- hadden geprotesteerd
- hadden geprotesteerd
o.t.t.t.
- zal protesteren
- zult protesteren
- zal protesteren
- zullen protesteren
- zullen protesteren
- zullen protesteren
o.v.t.t.
- zou protesteren
- zou protesteren
- zou protesteren
- zouden protesteren
- zouden protesteren
- zouden protesteren
diversen
- protesteer!
- protesteert!
- geprotesteerd
- protesterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze