Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. overladen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for overladen in Niederländisch

overladen:

overladen Verb (overlaad, overlaadt, overlaadde, overlaadden, overladen)

  1. overladen
    overladen; overstelpen; bedelven; begraven
    • overladen Verb (overlaad, overlaadt, overlaadde, overlaadden, overladen)
    • overstelpen Verb (overstelp, overstelpt, overstelpte, overstelpten, overstelpt)
    • bedelven Verb (bedelf, bedelft, bedolf, bedolven, bedolven)
    • begraven Verb (begraaf, begraaft, begroef, begroeven, begraven)

Konjugationen für overladen:

o.t.t.
  1. overlaad
  2. overlaadt
  3. overlaadt
  4. overladen
  5. overladen
  6. overladen
o.v.t.
  1. overlaadde
  2. overlaadde
  3. overlaadde
  4. overlaadden
  5. overlaadden
  6. overlaadden
v.t.t.
  1. ben overladen
  2. bent overladen
  3. is overladen
  4. zijn overladen
  5. zijn overladen
  6. zijn overladen
v.v.t.
  1. was overladen
  2. was overladen
  3. was overladen
  4. waren overladen
  5. waren overladen
  6. waren overladen
o.t.t.t.
  1. zal overladen
  2. zult overladen
  3. zal overladen
  4. zullen overladen
  5. zullen overladen
  6. zullen overladen
o.v.t.t.
  1. zou overladen
  2. zou overladen
  3. zou overladen
  4. zouden overladen
  5. zouden overladen
  6. zouden overladen
en verder
  1. heb overladen
  2. hebt overladen
  3. heeft overladen
  4. hebben overladen
  5. hebben overladen
  6. hebben overladen
diversen
  1. overlaad!
  2. overlaadt!
  3. overladen
  4. overladend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze