Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. openspreiden:


Niederländisch

Detailed Synonyms for openspreiden in Niederländisch

openspreiden:

openspreiden Verb

  1. openspreiden
    ontvouwen; uitspreiden; uitklappen; uitslaan; uitvouwen; openspreiden; openvouwen
    • ontvouwen Verb (ontvouw, ontvouwt, ontvouwde, ontvouwden, ontvouwd)
    • uitspreiden Verb (spreid uit, spreidt uit, spreidde uit, spreidden uit, uitgespreid)
    • uitklappen Verb (klap uit, klapt uit, klapte uit, klapten uit, uitgeklapt)
    • uitslaan Verb (sla uit, slaat uit, sloeg uit, sloegen uit, uitgeslagen)
    • uitvouwen Verb (vouw uit, vouwt uit, vouwde uit, vouwden uit, uitgevouwen)
    • openvouwen Verb (vouw open, vouwt open, vouwde open, vouwden open, opengevouwen)