Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze ontkurken

Synonyms for "ontkurken" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. ontkurken:

Niederländisch

Detailed Synonyms for ontkurken in Niederländisch

ontkurken:

ontkurken Verb (ontkurk, ontkurkt, ontkurkte, ontkurkten, ontkurkt)

  1. ontkurken
    ontkurken
    • ontkurken Verb (ontkurk, ontkurkt, ontkurkte, ontkurkten, ontkurkt)

Konjugationen für ontkurken:

o.t.t.
  1. ontkurk
  2. ontkurkt
  3. ontkurkt
  4. ontkurken
  5. ontkurken
  6. ontkurken
o.v.t.
  1. ontkurkte
  2. ontkurkte
  3. ontkurkte
  4. ontkurkten
  5. ontkurkten
  6. ontkurkten
v.t.t.
  1. heb ontkurkt
  2. hebt ontkurkt
  3. heeft ontkurkt
  4. hebben ontkurkt
  5. hebben ontkurkt
  6. hebben ontkurkt
v.v.t.
  1. had ontkurkt
  2. had ontkurkt
  3. had ontkurkt
  4. hadden ontkurkt
  5. hadden ontkurkt
  6. hadden ontkurkt
o.t.t.t.
  1. zal ontkurken
  2. zult ontkurken
  3. zal ontkurken
  4. zullen ontkurken
  5. zullen ontkurken
  6. zullen ontkurken
o.v.t.t.
  1. zou ontkurken
  2. zou ontkurken
  3. zou ontkurken
  4. zouden ontkurken
  5. zouden ontkurken
  6. zouden ontkurken
en verder
  3. is ontkurkt
  6. zijn ontkurkt
diversen
  1. ontkurk!
  2. ontkurkt!
  5. ontkurkt
  6. ontkurkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0525 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden