Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze onbesuisdheid

Synonyms for "onbesuisdheid" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

onbesuisdheid:
- waaghalzerij; roekeloosheid; vermetelheid; overmoed; onbesuisdheid; onbeheerstheid
onbesuisd:
- zorgeloos; luchthartig; gerust; onbesuisd; onbezorgd; onbekommerd; ondoordacht; onberaden; onnadenkend

Niederländisch

Detailed Synonyms for onbesuisdheid in Niederländisch

onbesuisdheid:

onbesuisdheid [de ~ (v)] Nomen

de onbesuisdheid
de waaghalzerij; de roekeloosheid; de vermetelheid; de overmoed; de onbesuisdheid
- waaghalzerij [de ~ (v)] Nomen
- roekeloosheid [de ~ (v)] Nomen
- vermetelheid [de ~ (v)] Nomen
- overmoed [de ~ (m)] Nomen
- onbesuisdheid [de ~ (v)] Nomen
de onbesuisdheid
onbeheerstheid; de onbesuisdheid
- onbeheerstheid [znw.] Nomen
- onbesuisdheid [de ~ (v)] Nomen

Verwandte Wörter für "onbesuisdheid":

onbesuisdheden, onbesuisd

onbesuisd:

onbesuisd Adjektiv

onbesuisd
zorgeloos; luchthartig; gerust; onbesuisd; onbezorgd; onbekommerd
- zorgeloos Adjektiv
- luchthartig Adjektiv
- gerust Adjektiv
- onbesuisd Adjektiv
- onbezorgd Adjektiv
- onbekommerd Adjektiv
onbesuisd
ondoordacht; onbesuisd; onberaden; onnadenkend
- ondoordacht Adjektiv
- onbesuisd Adjektiv
- onberaden Adjektiv
- onnadenkend Adjektiv

Verwandte Wörter für "onbesuisd":

onbesuisdheid, onbesuisde