Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. onafhankelijkheid:
  2. onafhankelijk:


Niederländisch

Detailed Synonyms for onafhankelijkheid in Niederländisch

onafhankelijkheid:

onafhankelijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de onafhankelijkheid
    de onafhankelijkheid; de zelfstandigheid

Verwandte Wörter für "onafhankelijkheid":


onafhankelijkheid form of onafhankelijk:

onafhankelijk Adjektiv

  1. onafhankelijk
  2. onafhankelijk
    – niet meer hoeven doen wat anderen zeggen 1
    onafhankelijk
    – niet meer hoeven doen wat anderen zeggen 1

Verwandte Wörter für "onafhankelijk":

  • onafhankelijkheid, onafhankelijker, onafhankelijkere, onafhankelijkst, onafhankelijkste, onafhankelijke

Antonyme für "onafhankelijk":


Verwandte Definitionen für "onafhankelijk":

  1. niet meer hoeven doen wat anderen zeggen1
    • Suriname is sinds kort onafhankelijk1