Niederländisch
Detailed Synonyms for nagaan in Niederländisch
nagaan:
-
nagaan
-
nagaan
-
nagaan
Konjugationen für nagaan:
o.t.t.
- ga na
- gaat na
- gaat na
- gaan na
- gaan na
- gaan na
o.v.t.
- ging na
- ging na
- ging na
- gingen na
- gingen na
- gingen na
v.t.t.
- ben nagegaan
- bent nagegaan
- is nagegaan
- zijn nagegaan
- zijn nagegaan
- zijn nagegaan
v.v.t.
- was nagegaan
- was nagegaan
- was nagegaan
- waren nagegaan
- waren nagegaan
- waren nagegaan
o.t.t.t.
- zal nagaan
- zult nagaan
- zal nagaan
- zullen nagaan
- zullen nagaan
- zullen nagaan
o.v.t.t.
- zou nagaan
- zou nagaan
- zou nagaan
- zouden nagaan
- zouden nagaan
- zouden nagaan
en verder
- heb nagegaan
- hebt nagegaan
- heeft nagegaan
- hebben nagegaan
- hebben nagegaan
- hebben nagegaan
diversen
- ga na!
- gaat na!
- nagegaan
- nagaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze