Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for nader in Niederländisch

nader:

nader Adjektiv

  1. nader
    nader; dichterbij; naderbij
  2. nader
    – wat op kleinere afstand is 1
    nader
    – wat op kleinere afstand is 1
    • nader Adjektiv
      • we zijn nader tot elkaar gekomen1
  3. nader
    – meer, uitgebreider 1
    nader
    – meer, uitgebreider 1
    • nader Adjektiv
      • nadere informatie krijgt u later1
  4. nader
    – preciezer, nauwkeuriger 1
    nader
    – preciezer, nauwkeuriger 1
    • nader Adjektiv
      • we moeten dat nader uitwerken1

Verwandte Wörter für "nader":

  • nadere

Alternate Synonyms for "nader":


Antonyme für "nader":


Verwandte Definitionen für "nader":

  1. wat op kleinere afstand is1
    • we zijn nader tot elkaar gekomen1
  2. meer, uitgebreider1
    • nadere informatie krijgt u later1
  3. preciezer, nauwkeuriger1
    • we moeten dat nader uitwerken1

nader form of naderen:

naderen Verb (nader, nadert, naderde, naderden, genaderd)

  1. naderen
    naderen; dichterbij komen
  2. naderen
    tegemoetkomen; toenaderen; naderen
    • tegemoetkomen Verb (kom tegemoet, komt tegemoet, kwam tegemoet, kwamen tegemoet, tegemoet gekomen)
    • toenaderen Verb (nader toe, nadert toe, naderde toe, naderden toe, toegenaderd)
    • naderen Verb (nader, nadert, naderde, naderden, genaderd)
  3. naderen
    aanvliegen; naderen
    • aanvliegen Verb (vlieg aan, vliegt aan, vloog aan, vlogen aan, aangevlogen)
    • naderen Verb (nader, nadert, naderde, naderden, genaderd)
  4. naderen
    – langzaam dichterbij komen 1
    naderen
    – langzaam dichterbij komen 1
    • naderen Verb (nader, nadert, naderde, naderden, genaderd)
      • het onweer nadert1

Konjugationen für naderen:

o.t.t.
  1. nader
  2. nadert
  3. nadert
  4. naderen
  5. naderen
  6. naderen
o.v.t.
  1. naderde
  2. naderde
  3. naderde
  4. naderden
  5. naderden
  6. naderden
v.t.t.
  1. ben genaderd
  2. bent genaderd
  3. is genaderd
  4. zijn genaderd
  5. zijn genaderd
  6. zijn genaderd
v.v.t.
  1. was genaderd
  2. was genaderd
  3. was genaderd
  4. waren genaderd
  5. waren genaderd
  6. waren genaderd
o.t.t.t.
  1. zal naderen
  2. zult naderen
  3. zal naderen
  4. zullen naderen
  5. zullen naderen
  6. zullen naderen
o.v.t.t.
  1. zou naderen
  2. zou naderen
  3. zou naderen
  4. zouden naderen
  5. zouden naderen
  6. zouden naderen
diversen
  1. nader!
  2. nadert!
  3. genaderd
  4. naderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

naderen [znw.] Nomen

  1. naderen
    tegemoetkomen; naderen

Antonyme für "naderen":


Verwandte Definitionen für "naderen":

  1. langzaam dichterbij komen1
    • het onweer nadert1

Related Synonyms for nader