Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. mompelen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for mompelen in Niederländisch

mompelen:

mompelen Verb (mompel, mompelt, mompelde, mompelden, gemompeld)

  1. mompelen
    – het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds 1
    mompelen
    – het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds 1
    • mompelen Verb (mompel, mompelt, mompelde, mompelden, gemompeld)
      • je moet niet mompelen, maar duidelijk praten1
    prevelen
    • prevelen Verb (prevel, prevelt, prevelde, prevelden, gepreveld)
  2. mompelen
    – het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds 1
    mompelen
    – het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds 1
    • mompelen Verb (mompel, mompelt, mompelde, mompelden, gemompeld)
      • je moet niet mompelen, maar duidelijk praten1
  3. mompelen
    mompelen; murmelen; murmeren
    • mompelen Verb (mompel, mompelt, mompelde, mompelden, gemompeld)
    • murmelen Verb (murmel, murmelt, murmelde, murmelden, gemurmeld)
    • murmeren Verb

Konjugationen für mompelen:

o.t.t.
  1. mompel
  2. mompelt
  3. mompelt
  4. mompelen
  5. mompelen
  6. mompelen
o.v.t.
  1. mompelde
  2. mompelde
  3. mompelde
  4. mompelden
  5. mompelden
  6. mompelden
v.t.t.
  1. heb gemompeld
  2. hebt gemompeld
  3. heeft gemompeld
  4. hebben gemompeld
  5. hebben gemompeld
  6. hebben gemompeld
v.v.t.
  1. had gemompeld
  2. had gemompeld
  3. had gemompeld
  4. hadden gemompeld
  5. hadden gemompeld
  6. hadden gemompeld
o.t.t.t.
  1. zal mompelen
  2. zult mompelen
  3. zal mompelen
  4. zullen mompelen
  5. zullen mompelen
  6. zullen mompelen
o.v.t.t.
  1. zou mompelen
  2. zou mompelen
  3. zou mompelen
  4. zouden mompelen
  5. zouden mompelen
  6. zouden mompelen
diversen
  1. mompel!
  2. mompelt!
  3. gemompeld
  4. mompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Antonyme für "mompelen":


Verwandte Definitionen für "mompelen":

  1. het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds1
    • je moet niet mompelen, maar duidelijk praten1

Related Synonyms for mompelen