Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. legaliseren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for legaliseren in Niederländisch

legaliseren:

legaliseren Verb (legaliseer, legaliseert, legaliseerde, legaliseerden, gelegaliseerd)

  1. legaliseren
    legaliseren
    • legaliseren Verb (legaliseer, legaliseert, legaliseerde, legaliseerden, gelegaliseerd)

Konjugationen für legaliseren:

o.t.t.
  1. legaliseer
  2. legaliseert
  3. legaliseert
  4. legaliseren
  5. legaliseren
  6. legaliseren
o.v.t.
  1. legaliseerde
  2. legaliseerde
  3. legaliseerde
  4. legaliseerden
  5. legaliseerden
  6. legaliseerden
v.t.t.
  1. heb gelegaliseerd
  2. hebt gelegaliseerd
  3. heeft gelegaliseerd
  4. hebben gelegaliseerd
  5. hebben gelegaliseerd
  6. hebben gelegaliseerd
v.v.t.
  1. had gelegaliseerd
  2. had gelegaliseerd
  3. had gelegaliseerd
  4. hadden gelegaliseerd
  5. hadden gelegaliseerd
  6. hadden gelegaliseerd
o.t.t.t.
  1. zal legaliseren
  2. zult legaliseren
  3. zal legaliseren
  4. zullen legaliseren
  5. zullen legaliseren
  6. zullen legaliseren
o.v.t.t.
  1. zou legaliseren
  2. zou legaliseren
  3. zou legaliseren
  4. zouden legaliseren
  5. zouden legaliseren
  6. zouden legaliseren
en verder
  1. ben gelegaliseerd
  2. bent gelegaliseerd
  3. is gelegaliseerd
  4. zijn gelegaliseerd
  5. zijn gelegaliseerd
  6. zijn gelegaliseerd
diversen
  1. legaliseer!
  2. legaliseert!
  3. gelegaliseerd
  4. legaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze