Niederländisch
Detailed Synonyms for laten opblijven in Niederländisch
laten opblijven:
-
laten opblijven
Konjugationen für laten opblijven:
o.t.t.
- laat opblijven
- laat opblijven
- laat opblijven
- laten opblijven
- laten opblijven
- laten opblijven
o.v.t.
- liet opblijven
- liet opblijven
- liet opblijven
- lieten opblijven
- lieten opblijven
- lieten opblijven
v.t.t.
- heb laten opblijven
- hebt laten opblijven
- heeft laten opblijven
- hebben laten opblijven
- hebben laten opblijven
- hebben laten opblijven
v.v.t.
- had laten opblijven
- had laten opblijven
- had laten opblijven
- hadden laten opblijven
- hadden laten opblijven
- hadden laten opblijven
o.t.t.t.
- zal laten opblijven
- zult laten opblijven
- zal laten opblijven
- zullen laten opblijven
- zullen laten opblijven
- zullen laten opblijven
o.v.t.t.
- zou laten opblijven
- zou laten opblijven
- zou laten opblijven
- zouden laten opblijven
- zouden laten opblijven
- zouden laten opblijven
diversen
- laat opblijven!
- laat opblijven!
- laten opblijven
- opblijven latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze