Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze kader

Synonyms for "kader" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

kader:
- kader; raam; rand; omlijsting; lijst; omranding; leidinggevend personeel; staf

Niederländisch

Detailed Synonyms for kader in Niederländisch

kader:

kader [het ~] Nomen

het kader
het kader; de rand; de omlijsting
- kader [het ~] Nomen
- rand [de ~ (m)] Nomen
- omlijsting [de ~ (v)] Nomen
het raam
– lijst van hout ¹
- raam [het ~] Nomen
  - zij spande het kleed op een raam¹
de lijst
– rand ¹
- lijst [de ~] Nomen
  - om dit schilderij zit een mooie lijst¹
het kader
het kader; de rand; omranding
- kader [het ~] Nomen
- rand [de ~ (m)] Nomen
- omranding [znw.] Nomen
de lijst
– rand ¹
- lijst [de ~] Nomen
  - om dit schilderij zit een mooie lijst¹
het kader
leidinggevend personeel; de staf; het kader
- leidinggevend personeel [znw.] Nomen
- staf [de ~ (m)] Nomen
- kader [het ~] Nomen
het kader

– lijn om een stuk tekst heen ¹
het kader
– lijn om een stuk tekst heen ¹
- kader [het ~] Nomen
  - er staat een zwart kader om het artikel¹
het kader

– mensen in organisatie die de leiding hebben ¹
het kader
– mensen in organisatie die de leiding hebben ¹
- kader [het ~] Nomen
  - het kader van dit bedrijf is goed opgeleid¹

Verwandte Wörter für "kader":

kaderen, kaders, kadertje, kadertjes

Verwandte Definitionen für "kader":

lijn om een stuk tekst heen¹
- er staat een zwart kader om het artikel¹
mensen in organisatie die de leiding hebben¹
- het kader van dit bedrijf is goed opgeleid¹

¹Muiswerk Woordenboek