Niederländisch

Detailed Synonyms for idioot in Niederländisch

idioot:

idioot Adjektiv

  1. idioot
    gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift
  2. idioot
    gek; idioot; dwaas; maf
  3. idioot
  4. idioot
    dwaas; idioot; onbezonnen
  5. idioot
    dement; zwakzinnig; idioot; debiel; imbeciel

idioot [de ~ (m)] Nomen

  1. de idioot
    de idioot; simpele ziel; de dwaas; de dommerik; de onnozelaar; de onbenul; de achterlijke; onnozele kerel
  2. de idioot
    de zwakzinnige; de gek; de idioot; geschifte; de achterlijke; de waanzinnige
  3. de idioot
    de gek; de idioot; de imbeciel; de dwaas
  4. de idioot
    de schapenkop; de schaapskop; de idioot; de kalfskop; de sukkel; de onnozelaar; het rund; de stommeling; de oen; de stommerd; onnozele; de druiloor; onnozele hals; de sul; de stommerik
  5. de idioot
    de flapdrol; de debiel; de imbeciel; mafkikker; de gek; de idioot; de zot; de waanzinnige; de mafkees; de mafketel
  6. de idioot
    de dwaas; de onnozelaar; de idioot

Verwandte Wörter für "idioot":

  • idioots, idiote