Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. hoesten:
  2. hoest:


Niederländisch

Detailed Synonyms for hoesten in Niederländisch

hoesten:

hoesten Verb (hoest, hoestte, hoestten, gehoest)

  1. hoesten
    hoesten
    • hoesten Verb (hoest, hoestte, hoestten, gehoest)
  2. hoesten
    – schraperig stotend geluid met je keel laten horen 1
    hoesten
    – schraperig stotend geluid met je keel laten horen 1
    • hoesten Verb (hoest, hoestte, hoestten, gehoest)
      • met die hoest moet je naar de dokter1

Konjugationen für hoesten:

o.t.t.
  1. hoest
  2. hoest
  3. hoest
  4. hoesten
  5. hoesten
  6. hoesten
o.v.t.
  1. hoestte
  2. hoestte
  3. hoestte
  4. hoestten
  5. hoestten
  6. hoestten
v.t.t.
  1. heb gehoest
  2. hebt gehoest
  3. heeft gehoest
  4. hebben gehoest
  5. hebben gehoest
  6. hebben gehoest
v.v.t.
  1. had gehoest
  2. had gehoest
  3. had gehoest
  4. hadden gehoest
  5. hadden gehoest
  6. hadden gehoest
o.t.t.t.
  1. zal hoesten
  2. zult hoesten
  3. zal hoesten
  4. zullen hoesten
  5. zullen hoesten
  6. zullen hoesten
o.v.t.t.
  1. zou hoesten
  2. zou hoesten
  3. zou hoesten
  4. zouden hoesten
  5. zouden hoesten
  6. zouden hoesten
diversen
  1. hoest!
  2. hoest!
  3. gehoest
  4. hoestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "hoesten":


Verwandte Definitionen für "hoesten":

  1. schraperig stotend geluid met je keel laten horen1
    • met die hoest moet je naar de dokter1

hoest:

hoest [de ~ (m)] Nomen

  1. de hoest
    de hoest; de hoestbui; aanval van hoest; de hoestaanval

Verwandte Wörter für "hoest":


Related Synonyms for hoesten