Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. gezakt:
  2. zakken:


Niederländisch

Detailed Synonyms for gezakt in Niederländisch

gezakt:

gezakt Adjektiv

  1. gezakt
    verzakt; gezakt

zakken:

zakken Verb (zak, zakt, zakte, zakten, gezakt)

  1. zakken
    zakken; kelderen
    • zakken Verb (zak, zakt, zakte, zakten, gezakt)
    • kelderen Verb (kelder, keldert, kelderde, kelderden, gekelderd)
  2. zakken
    – een kleinere waarde krijgen 1
    dalen; zakken
    – een kleinere waarde krijgen 1
    • dalen Verb (daal, daalt, daalde, daalden, gedaald)
      • de prijzen zijn gedaald1
    • zakken Verb (zak, zakt, zakte, zakten, gezakt)
      • de waarde van de gulden is gezakt1
  3. zakken
    – omlaag gaan 1
    dalen; zakken
    – omlaag gaan 1
    • dalen Verb (daal, daalt, daalde, daalden, gedaald)
      • het vliegtuig daalt langzaam1
    • zakken Verb (zak, zakt, zakte, zakten, gezakt)
      • het water in de rivier is gezakt1
  4. zakken
    – niet slagen voor een examen 1
    zakken; stralen
    – niet slagen voor een examen 1
    • zakken Verb (zak, zakt, zakte, zakten, gezakt)
      • hij is gezakt voor zijn rijbewijs1
    • stralen Verb (straal, straalt, straalde, straalden, gestraald)
      • ik ben gestraald voor mijn rijbewijs1

Konjugationen für zakken:

o.t.t.
  1. zak
  2. zakt
  3. zakt
  4. zakken
  5. zakken
  6. zakken
o.v.t.
  1. zakte
  2. zakte
  3. zakte
  4. zakten
  5. zakten
  6. zakten
v.t.t.
  1. ben gezakt
  2. bent gezakt
  3. is gezakt
  4. zijn gezakt
  5. zijn gezakt
  6. zijn gezakt
v.v.t.
  1. was gezakt
  2. was gezakt
  3. was gezakt
  4. waren gezakt
  5. waren gezakt
  6. waren gezakt
o.t.t.t.
  1. zal zakken
  2. zult zakken
  3. zal zakken
  4. zullen zakken
  5. zullen zakken
  6. zullen zakken
o.v.t.t.
  1. zou zakken
  2. zou zakken
  3. zou zakken
  4. zouden zakken
  5. zouden zakken
  6. zouden zakken
diversen
  1. zak!
  2. zakt!
  3. gezakt
  4. zakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zakken [de ~] Nomen, Plural

  1. de zakken
    de zakken; de tassen
  2. de zakken
    de zakken; de steekzakken

Verwandte Wörter für "zakken":


Alternate Synonyms for "zakken":


Antonyme für "zakken":


Verwandte Definitionen für "zakken":

  1. een kleinere waarde krijgen1
    • de waarde van de gulden is gezakt1
  2. omlaag gaan1
    • het water in de rivier is gezakt1
  3. niet slagen voor een examen1
    • hij is gezakt voor zijn rijbewijs1