Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. gespeend zijn:


Niederländisch

Detailed Synonyms for gespeend zijn in Niederländisch

gespeend zijn:

gespeend zijn Verb (ben gespeend, bent gespeend, is gespeend, was gespeend, waren gespeend, gespeend geweest)

  1. gespeend zijn
    verstoken zijn; gespeend zijn

Konjugationen für gespeend zijn:

o.t.t.
  1. ben gespeend
  2. bent gespeend
  3. is gespeend
  4. zijn gespeend
  5. zijn gespeend
  6. zijn gespeend
o.v.t.
  1. was gespeend
  2. was gespeend
  3. was gespeend
  4. waren gespeend
  5. waren gespeend
  6. waren gespeend
v.t.t.
  1. ben gespeend geweest
  2. bent gespeend geweest
  3. is gespeend geweest
  4. zijn gespeend geweest
  5. zijn gespeend geweest
  6. zijn gespeend geweest
v.v.t.
  1. was gespeend geweest
  2. was gespeend geweest
  3. was gespeend geweest
  4. waren gespeend geweest
  5. waren gespeend geweest
  6. waren gespeend geweest
o.t.t.t.
  1. zal gespeend zijn
  2. zult gespeend zijn
  3. zal gespeend zijn
  4. zullen gespeend zijn
  5. zullen gespeend zijn
  6. zullen gespeend zijn
o.v.t.t.
  1. zou gespeend zijn
  2. zou gespeend zijn
  3. zou gespeend zijn
  4. zouden gespeend zijn
  5. zouden gespeend zijn
  6. zouden gespeend zijn
diversen
  1. ben gespeend!
  2. bent gespeend!
  3. gespeend geweest
  4. gespeend zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for gespeend zijn