Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for geneigd in Niederländisch

geneigd:

geneigd Adjektiv

  1. geneigd

Verwandte Wörter für "geneigd":


neigen:

neigen Verb (neig, neigt, neigde, neigden, geneigd)

  1. neigen
    neigen; overhellen; tenderen naar; overhellen tot een denkwijze

Konjugationen für neigen:

o.t.t.
  1. neig
  2. neigt
  3. neigt
  4. neigen
  5. neigen
  6. neigen
o.v.t.
  1. neigde
  2. neigde
  3. neigde
  4. neigden
  5. neigden
  6. neigden
v.t.t.
  1. heb geneigd
  2. hebt geneigd
  3. heeft geneigd
  4. hebben geneigd
  5. hebben geneigd
  6. hebben geneigd
v.v.t.
  1. had geneigd
  2. had geneigd
  3. had geneigd
  4. hadden geneigd
  5. hadden geneigd
  6. hadden geneigd
o.t.t.t.
  1. zal neigen
  2. zult neigen
  3. zal neigen
  4. zullen neigen
  5. zullen neigen
  6. zullen neigen
o.v.t.t.
  1. zou neigen
  2. zou neigen
  3. zou neigen
  4. zouden neigen
  5. zouden neigen
  6. zouden neigen
diversen
  1. neig!
  2. neigt!
  3. geneigd
  4. neigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for geneigd