Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze geheel

Synonyms for "geheel" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

geheel:
- geheel; volledigheid; totaliteit; alles; gezamenlijkheid; volkomenheid; voltalligheid; totaal; eenheid
- zonder uitzondering; geheel; heel; volledig; totaal; helemaal; vol; compleet

Niederländisch

Detailed Synonyms for geheel in Niederländisch

geheel:

geheel [het ~] Nomen

het geheel
het geheel; de volledigheid; de totaliteit; alles; de gezamenlijkheid; de volkomenheid; voltalligheid; het totaal; de eenheid
- geheel [het ~] Nomen
- volledigheid [de ~ (v)] Nomen
- totaliteit [de ~ (v)] Nomen
- alles [znw.] Nomen
- gezamenlijkheid [de ~ (v)] Nomen
- volkomenheid [de ~ (v)] Nomen
- voltalligheid [znw.] Nomen
- totaal [het ~] Nomen
- eenheid [de ~ (v)] Nomen
het geheel

– alle delen bij elkaar ¹
het geheel
– alle delen bij elkaar ¹
- geheel [het ~] Nomen
  - deze verzameling vormt een geheel¹

geheel Adjektiv

geheel
zonder uitzondering; geheel
- zonder uitzondering Adjektiv
- geheel Adjektiv
geheel

– zonder dat er iets ontbreekt ¹
heel; volledig; het totaal; helemaal; geheel; vol; compleet
– zonder dat er iets ontbreekt ¹
- heel Adjektiv
  - deze puzzel is nog heel¹
- volledig Adjektiv
  - hij heeft een volledige baan¹
- totaal [het ~] Nomen
  - het totale bedrag is 120 gulden¹
- helemaal adv
  - het brood was helemaal op¹
- geheel Adjektiv
  - hij was geheel in het zwart gekleed¹
- vol Adjektiv
  - zij wacht al een vol uur¹
- compleet Adjektiv
  - ik heb de hele serie boeken compleet¹

Verwandte Wörter für "geheel":

gehele

Alternate Synonyms for "geheel":

compleet; heel; helemaal; totaal; vol; volledig

Antonyme für "geheel":

deel; element; gedeelte; onderdeel; part; stuk

Verwandte Definitionen für "geheel":

zonder dat er iets ontbreekt¹
- hij was geheel in het zwart gekleed¹
alle delen bij elkaar¹
- deze verzameling vormt een geheel¹

Related Synonyms for geheel

¹Muiswerk Woordenboek