Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. gegeneerd:
  2. generen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for gegeneerd in Niederländisch

gegeneerd:

gegeneerd Adjektiv

  1. gegeneerd
    gegeneerd

generen:

generen Verb (geneer, geneert, geneerde, geneerden, gegeneerd)

  1. generen
    schamen; generen
    • schamen Verb (schaam, schaamt, schaamde, schaamden, geschaamd)
    • generen Verb (geneer, geneert, geneerde, geneerden, gegeneerd)

Konjugationen für generen:

o.t.t.
  1. geneer
  2. geneert
  3. geneert
  4. generen
  5. generen
  6. generen
o.v.t.
  1. geneerde
  2. geneerde
  3. geneerde
  4. geneerden
  5. geneerden
  6. geneerden
v.t.t.
  1. ben gegeneerd
  2. bent gegeneerd
  3. is gegeneerd
  4. zijn gegeneerd
  5. zijn gegeneerd
  6. zijn gegeneerd
v.v.t.
  1. was gegeneerd
  2. was gegeneerd
  3. was gegeneerd
  4. waren gegeneerd
  5. waren gegeneerd
  6. waren gegeneerd
o.t.t.t.
  1. zal generen
  2. zult generen
  3. zal generen
  4. zullen generen
  5. zullen generen
  6. zullen generen
o.v.t.t.
  1. zou generen
  2. zou generen
  3. zou generen
  4. zouden generen
  5. zouden generen
  6. zouden generen
diversen
  1. geneer!
  2. geneert!
  3. gegeneerd
  4. generend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze