Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. discrimineren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for discrimineren in Niederländisch

discrimineren:

discrimineren Verb (discrimineer, discrimineert, discrimineerde, discrimineerden, gediscrimineerd)

  1. discrimineren
    achterstellen; discrimineren
    • achterstellen Verb (stel achter, stelt achter, stelde achter, stelden achter, achtergesteld)
    • discrimineren Verb (discrimineer, discrimineert, discrimineerde, discrimineerden, gediscrimineerd)

Konjugationen für discrimineren:

o.t.t.
  1. discrimineer
  2. discrimineert
  3. discrimineert
  4. discrimineren
  5. discrimineren
  6. discrimineren
o.v.t.
  1. discrimineerde
  2. discrimineerde
  3. discrimineerde
  4. discrimineerden
  5. discrimineerden
  6. discrimineerden
v.t.t.
  1. heb gediscrimineerd
  2. hebt gediscrimineerd
  3. heeft gediscrimineerd
  4. hebben gediscrimineerd
  5. hebben gediscrimineerd
  6. hebben gediscrimineerd
v.v.t.
  1. had gediscrimineerd
  2. had gediscrimineerd
  3. had gediscrimineerd
  4. hadden gediscrimineerd
  5. hadden gediscrimineerd
  6. hadden gediscrimineerd
o.t.t.t.
  1. zal discrimineren
  2. zult discrimineren
  3. zal discrimineren
  4. zullen discrimineren
  5. zullen discrimineren
  6. zullen discrimineren
o.v.t.t.
  1. zou discrimineren
  2. zou discrimineren
  3. zou discrimineren
  4. zouden discrimineren
  5. zouden discrimineren
  6. zouden discrimineren
en verder
  1. ben gediscrimineerd
  2. bent gediscrimineerd
  3. is gediscrimineerd
  4. zijn gediscrimineerd
  5. zijn gediscrimineerd
  6. zijn gediscrimineerd
diversen
  1. discrimineer!
  2. discrimineert!
  3. gediscrimineerd
  4. discriminerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze