Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. dagvaarden:


Niederländisch

Detailed Synonyms for dagvaarden in Niederländisch

dagvaarden:

dagvaarden Verb (dagvaard, dagvaardt, dagvaardde, dagvaardden, gedagvaard)

  1. dagvaarden
    dagvaarden
    • dagvaarden Verb (dagvaard, dagvaardt, dagvaardde, dagvaardden, gedagvaard)

Konjugationen für dagvaarden:

o.t.t.
  1. dagvaard
  2. dagvaardt
  3. dagvaardt
  4. dagvaarden
  5. dagvaarden
  6. dagvaarden
o.v.t.
  1. dagvaardde
  2. dagvaardde
  3. dagvaardde
  4. dagvaardden
  5. dagvaardden
  6. dagvaardden
v.t.t.
  1. heb gedagvaard
  2. hebt gedagvaard
  3. heeft gedagvaard
  4. hebben gedagvaard
  5. hebben gedagvaard
  6. hebben gedagvaard
v.v.t.
  1. had gedagvaard
  2. had gedagvaard
  3. had gedagvaard
  4. hadden gedagvaard
  5. hadden gedagvaard
  6. hadden gedagvaard
o.t.t.t.
  1. zal dagvaarden
  2. zult dagvaarden
  3. zal dagvaarden
  4. zullen dagvaarden
  5. zullen dagvaarden
  6. zullen dagvaarden
o.v.t.t.
  1. zou dagvaarden
  2. zou dagvaarden
  3. zou dagvaarden
  4. zouden dagvaarden
  5. zouden dagvaarden
  6. zouden dagvaarden
en verder
  1. ben gedagvaard
  2. bent gedagvaard
  3. is gedagvaard
  4. zijn gedagvaard
  5. zijn gedagvaard
  6. zijn gedagvaard
diversen
  1. dagvaard!
  2. dagvaardt!
  3. gedagvaard
  4. dagvaardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze