Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze betuigen

Synonyms for "betuigen" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. betuigen:

Niederländisch

Detailed Synonyms for betuigen in Niederländisch

betuigen:

betuigen Verb (betuig, betuigt, betuigde, betuigden, betuigd)

  1. betuigen
    betuigen; betonen
    • betuigen Verb (betuig, betuigt, betuigde, betuigden, betuigd)
    • betonen Verb (betoon, betoont, betoonde, betoonden, betoond)

Konjugationen für betuigen:

o.t.t.
  1. betuig
  2. betuigt
  3. betuigt
  4. betuigen
  5. betuigen
  6. betuigen
o.v.t.
  1. betuigde
  2. betuigde
  3. betuigde
  4. betuigden
  5. betuigden
  6. betuigden
v.t.t.
  1. heb betuigd
  2. hebt betuigd
  3. heeft betuigd
  4. hebben betuigd
  5. hebben betuigd
  6. hebben betuigd
v.v.t.
  1. had betuigd
  2. had betuigd
  3. had betuigd
  4. hadden betuigd
  5. hadden betuigd
  6. hadden betuigd
o.t.t.t.
  1. zal betuigen
  2. zult betuigen
  3. zal betuigen
  4. zullen betuigen
  5. zullen betuigen
  6. zullen betuigen
o.v.t.t.
  1. zou betuigen
  2. zou betuigen
  3. zou betuigen
  4. zouden betuigen
  5. zouden betuigen
  6. zouden betuigen
diversen
  1. betuig!
  2. betuigt!
  5. betuigd
  6. betuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for betuigen







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0133 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden