Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. begaan:


Niederländisch

Detailed Synonyms for begaan in Niederländisch

begaan:

begaan Verb (bega, begaat, beging, negingen, begaan)

  1. begaan
    begaan; per ongeluk doen

Konjugationen für begaan:

o.t.t.
  1. bega
  2. begaat
  3. begaat
  4. begaan
  5. begaan
  6. begaan
o.v.t.
  1. beging
  2. beging
  3. beging
  4. begingen
  5. negingen
  6. begingen
v.t.t.
  1. heb begaan
  2. hebt begaan
  3. heeft begaan
  4. hebben begaan
  5. hebben begaan
  6. hebben begaan
v.v.t.
  1. had begaan
  2. had begaan
  3. had begaan
  4. hadden begaan
  5. hadden begaan
  6. hadden begaan
o.t.t.t.
  1. zal begaan
  2. zult begaan
  3. zal begaan
  4. zullen begaan
  5. zullen begaan
  6. zullen begaan
o.v.t.t.
  1. zou begaan
  2. zou begaan
  3. zou begaan
  4. zouden begaan
  5. zouden begaan
  6. zouden begaan
diversen
  1. bega!
  2. begaat!
  3. begaan
  4. begaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for begaan