Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. bedelen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for bedelen in Niederländisch

bedelen:

bedelen Verb (bedel, bedelt, bedelde, bedelden, gebedeld)

  1. bedelen
    beschenken; begiftigen; bedelen
    • beschenken Verb (beschenk, beschenkt, beschonk, beschonken, beschonken)
    • begiftigen Verb (begiftig, begiftigt, begiftigde, begiftigden, begiftigd)
    • bedelen Verb (bedel, bedelt, bedelde, bedelden, gebedeld)
  2. bedelen
    bedelen; schooien

Konjugationen für bedelen:

o.t.t.
  1. bedel
  2. bedelt
  3. bedelt
  4. bedelen
  5. bedelen
  6. bedelen
o.v.t.
  1. bedelde
  2. bedelde
  3. bedelde
  4. bedelden
  5. bedelden
  6. bedelden
v.t.t.
  1. heb gebedeld
  2. hebt gebedeld
  3. heeft gebedeld
  4. hebben gebedeld
  5. hebben gebedeld
  6. hebben gebedeld
v.v.t.
  1. had gebedeld
  2. had gebedeld
  3. had gebedeld
  4. hadden gebedeld
  5. hadden gebedeld
  6. hadden gebedeld
o.t.t.t.
  1. zal bedelen
  2. zult bedelen
  3. zal bedelen
  4. zullen bedelen
  5. zullen bedelen
  6. zullen bedelen
o.v.t.t.
  1. zou bedelen
  2. zou bedelen
  3. zou bedelen
  4. zouden bedelen
  5. zouden bedelen
  6. zouden bedelen
diversen
  1. bedel!
  2. bedelt!
  3. gebedeld
  4. bedelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze