Niederländisch

Detailed Synonyms for baren in Niederländisch

baren:

baren Verb (baar, baart, baarde, baarden, gebaard)

  1. baren
    bevallen; baren; voortbrengen; ter wereld brengen
    • bevallen Verb (beval, bevalt, beviel, bevielen, bevallen)
    • baren Verb (baar, baart, baarde, baarden, gebaard)
    • voortbrengen Verb (breng voort, brengt voort, bracht voort, brachten voort, voortgebracht)
    • ter wereld brengen Verb (breng ter wereld, brengt ter wereld, bracht ter wereld, brachten ter wereld, ter wereld gebracht)

Konjugationen für baren:

o.t.t.
  1. baar
  2. baart
  3. baart
  4. baren
  5. baren
  6. baren
o.v.t.
  1. baarde
  2. baarde
  3. baarde
  4. baarden
  5. baarden
  6. baarden
v.t.t.
  1. heb gebaard
  2. hebt gebaard
  3. heeft gebaard
  4. hebben gebaard
  5. hebben gebaard
  6. hebben gebaard
v.v.t.
  1. had gebaard
  2. had gebaard
  3. had gebaard
  4. hadden gebaard
  5. hadden gebaard
  6. hadden gebaard
o.t.t.t.
  1. zal baren
  2. zult baren
  3. zal baren
  4. zullen baren
  5. zullen baren
  6. zullen baren
o.v.t.t.
  1. zou baren
  2. zou baren
  3. zou baren
  4. zouden baren
  5. zouden baren
  6. zouden baren
diversen
  1. baar!
  2. baart!
  3. gebaard
  4. barende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "baren":


bar:

bar [de ~] Nomen

  1. de bar
    het café; de kroeg; de taveerne; de lokaliteit; de tapperij; de bar
  2. de bar
    de bar; de spon; de tapkast; drankbuffet; de tap; de toog; het buffet
  3. de bar
    – hoge toonbank in een café 1
    de bar
    – hoge toonbank in een café 1
    • bar [de ~] Nomen
      • we dronken een pilsje aan de bar1
  4. de bar
    – waar je heen gaat om iets te drinken 1
    de bar; het café; de kroeg
    – waar je heen gaat om iets te drinken 1
    • bar [de ~] Nomen
      • ik heb in die bar met hem afgesproken1
    • café [het ~] Nomen
      • we nemen een borrel in het café1
    • kroeg [de ~] Nomen
      • ga je mee naar de kroeg voor een borrel?1

bar Adjektiv

  1. bar
    onbegroeid; bar
  2. bar
    ellendig; erg; rampzalig; deerniswekkend; erbarmelijk; armzalig; bar
  3. bar
    – heel erg 1
    bar
    – heel erg 1
    • bar Adjektiv
      • het is bar koud vandaag1

Verwandte Wörter für "bar":


Alternate Synonyms for "bar":


Verwandte Definitionen für "bar":

  1. heel erg1
    • het is bar koud vandaag1
  2. hoge toonbank in een café1
    • we dronken een pilsje aan de bar1
  3. waar je heen gaat om iets te drinken1
    • ik heb in die bar met hem afgesproken1