"band": Synonyms in Niederländisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

band:
- band; binding; het gebonden zijn; gebondenheid; volume; boekdeel; deel; boek; verbinding; relatie; link; verband; samenhang; liaison; connectie; aansluiting; correlatie; bondgenootschap; liga; verbond; verdrag; federatie; akkoord; pact; bond; unie; plakband; kleefband; tape
- band

Niederländisch

Detailed Synonyms for band in Niederländisch

band:

band [de ~ (m)] Nomen

de band
de band; de binding; het gebonden zijn; de gebondenheid
- band [de ~ (m)] Nomen
- binding [de ~ (v)] Nomen
- het gebonden zijn [znw.] Nomen
- gebondenheid [de ~ (v)] Nomen
de band
de band; het volume; het boekdeel; het deel
- band [de ~ (m)] Nomen
- volume [het ~] Nomen
- boekdeel [het ~] Nomen
- deel [het ~] Nomen
de band
het boek; de band
- boek [het ~] Nomen
- band [de ~ (m)] Nomen
de band
de binding; de band; de gebondenheid
- binding [de ~ (v)] Nomen
- band [de ~ (m)] Nomen
- gebondenheid [de ~ (v)] Nomen
de band
de verbinding; de relatie; de link; het verband; de samenhang; de liaison; de connectie; de aansluiting; de band
- verbinding [de ~ (v)] Nomen
- relatie [de ~ (v)] Nomen
- link [de ~] Nomen
- verband [het ~] Nomen
- samenhang [de ~ (m)] Nomen
- liaison [de ~] Nomen
- connectie [de ~ (v)] Nomen
- aansluiting [de ~ (v)] Nomen
- band [de ~ (m)] Nomen
de band
de verbinding; de samenhang; de correlatie; de band; de relatie; het verband
- verbinding [de ~ (v)] Nomen
- samenhang [de ~ (m)] Nomen
- correlatie [de ~ (v)] Nomen
- band [de ~ (m)] Nomen
- relatie [de ~ (v)] Nomen
- verband [het ~] Nomen
de band
het bondgenootschap; de liga; het verbond; het verdrag; de federatie; de binding; het akkoord; het pact; de bond; de band; de unie
- bondgenootschap [het ~] Nomen
- liga [de ~] Nomen
- verbond [het ~] Nomen
- verdrag [het ~] Nomen
- federatie [de ~ (v)] Nomen
- binding [de ~ (v)] Nomen
- akkoord [het ~] Nomen
- pact [het ~] Nomen
- bond [de ~ (m)] Nomen
- band [de ~ (m)] Nomen
- unie [de ~ (v)] Nomen
de band
het plakband; het kleefband; de tape; de band
- plakband [het ~] Nomen
- kleefband [het ~] Nomen
- tape [de ~ (m)] Nomen
- band [de ~ (m)] Nomen

band [de ~ (m)] Nomen

de band
de band
- band [de ~ (m)] Nomen
de band

– lint voor in een cassette- of videorecorder ¹
de band
– lint voor in een cassette- of videorecorder ¹
- band [de ~ (m)] Nomen
  - waar is de band met die Disney-film?¹
de band

– omslag van een boek ¹
de band
– omslag van een boek ¹
- band [de ~ (m)] Nomen
  - dit boek heeft een leren band¹
de band

– reep of strook ¹
de band
– reep of strook ¹
- band [de ~ (m)] Nomen
  - hij heeft een band om zijn middel geknoopt¹
de band

– ring van rubber, gevuld met lucht ¹
de band
– ring van rubber, gevuld met lucht ¹
- band [de ~ (m)] Nomen
  - ik pomp de band van mijn fiets op¹
de band

– gevoel dat je bij elkaar hoort ¹
de band
– gevoel dat je bij elkaar hoort ¹
- band [de ~ (m)] Nomen
  - wij hebben een sterke band¹

Alternate Synonyms for "band":

verbondenheid

Related Synonyms for band

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Synonyms for "band" in Niederländisch

Detailed Synonyms for band in Niederländisch

band:

band [de ~ (m)] Nomen

de band

de band

de band

de band

de band

de band

de band

de band

band [de ~ (m)] Nomen

de band

de band

de band

de band

de band

de band

Verwandte Wörter für "band":

Alternate Synonyms for "band":

Verwandte Definitionen für "band":

Related Synonyms for band