Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. alstublieft:


Niederländisch

Detailed Synonyms for alstublieft in Niederländisch

alstublieft:

alstublieft

  1. alstublieft

alstublieft Adjektiv

  1. alstublieft

alstublieft

  1. alstublieft
    – beleefdheidswoord wanneer je iets geeft 1
    alstublieft; alsjeblieft
    – beleefdheidswoord wanneer je iets geeft 1
  2. alstublieft
    – beleefdheidswoord wanneer je iets vraagt 1
    alstublieft; alsjeblieft
    – beleefdheidswoord wanneer je iets vraagt 1

Alternate Synonyms for "alstublieft":


Verwandte Definitionen für "alstublieft":

  1. beleefdheidswoord wanneer je iets geeft1
    • alstublieft, hier is uw koffie1
  2. beleefdheidswoord wanneer je iets vraagt1
    • wilt u alstublieft uw schoenen uitdoen?1