Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze afpersen

Synonyms for "afpersen" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. afpersen:

Niederländisch

Detailed Synonyms for afpersen in Niederländisch

afpersen:

afpersen Verb (pers af, perst af, perste af, persten af, afgeperst)

  1. afpersen
    chanteren; afpersen
    • chanteren Verb (chanteer, chanteert, chanteerde, chanteerden, gechanteerd)
    • afpersen Verb (pers af, perst af, perste af, persten af, afgeperst)
  2. afpersen
    – hem dwingen jou geld te geven 1
    afpersen
    – hem dwingen jou geld te geven 1
    • afpersen Verb (pers af, perst af, perste af, persten af, afgeperst)
      • de winkelier werd afgeperst door de overvaller1

Konjugationen für afpersen:

o.t.t.
  1. pers af
  2. perst af
  3. perst af
  4. persen af
  5. persen af
  6. persen af
o.v.t.
  1. perste af
  2. perste af
  3. perste af
  4. persten af
  5. persten af
  6. persten af
v.t.t.
  1. heb afgeperst
  2. hebt afgeperst
  3. heeft afgeperst
  4. hebben afgeperst
  5. hebben afgeperst
  6. hebben afgeperst
v.v.t.
  1. had afgeperst
  2. had afgeperst
  3. had afgeperst
  4. hadden afgeperst
  5. hadden afgeperst
  6. hadden afgeperst
o.t.t.t.
  1. zal afpersen
  2. zult afpersen
  3. zal afpersen
  4. zullen afpersen
  5. zullen afpersen
  6. zullen afpersen
o.v.t.t.
  1. zou afpersen
  2. zou afpersen
  3. zou afpersen
  4. zouden afpersen
  5. zouden afpersen
  6. zouden afpersen
diversen
  1. pers af!
  2. perst af!
  5. afgeperst
  6. afpersende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "afpersen":

  1. hem dwingen jou geld te geven1
    • de winkelier werd afgeperst door de overvaller1







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0150 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden