Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze absoluut

Synonyms for "absoluut" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

absoluut:
- onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; pertinent; vaststaand; volstrekt; vast en zeker; ten enenmale; beslist; stellig; ronduit; helemaal; grondig; volkomen; totaal; in het geheel; ongetwijfeld

Niederländisch

Detailed Synonyms for absoluut in Niederländisch

absoluut:

absoluut Adjektiv

absoluut
onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; pertinent; vaststaand; volstrekt; vast en zeker; ten enenmale
- onvoorwaardelijk Adjektiv
- absoluut Adjektiv
- zeker Adjektiv
- pertinent Adjektiv
- vaststaand Adjektiv
- volstrekt Adjektiv
- vast en zeker Adjektiv
- ten enenmale Adjektiv
absoluut
beslist; zeker; absoluut; stellig; ronduit
- beslist Adjektiv
- zeker Adjektiv
- absoluut Adjektiv
- stellig Adjektiv
- ronduit adv
absoluut
helemaal; grondig; volkomen; totaal; absoluut; in het geheel
- helemaal adv
- grondig Adjektiv
- volkomen Adjektiv
- totaal Adjektiv
- absoluut Adjektiv
- in het geheel Adjektiv
absoluut

– zonder beperkingen, helemaal ¹
absoluut; beslist; ongetwijfeld; volkomen; volstrekt
– zonder beperkingen, helemaal ¹
- absoluut Adjektiv
  - Tina is absoluut betrouwbaar¹
- beslist Adjektiv
  - het is beslist waar¹
- ongetwijfeld adv
  - zij heeft ongetwijfeld het goede antwoord gegeven¹
- volkomen Adjektiv
  - hij heeft volkomen gelijk¹
- volstrekt Adjektiv
  - dat is volstrekt duidelijk¹

Verwandte Wörter für "absoluut":

absoluutheid, absolute

Alternate Synonyms for "absoluut":

beslist; ongetwijfeld; volkomen; volstrekt

Antonyme für "absoluut":

betrekkelijk

Verwandte Definitionen für "absoluut":

zonder beperkingen, helemaal¹
- Tina is absoluut betrouwbaar¹

Related Synonyms for absoluut

absoluut niet

¹Muiswerk Woordenboek