Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wegrollen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegrollen (Niederländisch) ins Französisch

wegrollen:

wegrollen Verb (rol weg, rolt weg, rolde weg, rolden weg, weggerold)

  1. wegrollen
    rouler
    • rouler Verb (roule, roules, roulons, roulez, )

Konjugationen für wegrollen:

o.t.t.
  1. rol weg
  2. rolt weg
  3. rolt weg
  4. rollen weg
  5. rollen weg
  6. rollen weg
o.v.t.
  1. rolde weg
  2. rolde weg
  3. rolde weg
  4. rolden weg
  5. rolden weg
  6. rolden weg
v.t.t.
  1. ben weggerold
  2. bent weggerold
  3. is weggerold
  4. zijn weggerold
  5. zijn weggerold
  6. zijn weggerold
v.v.t.
  1. was weggerold
  2. was weggerold
  3. was weggerold
  4. waren weggerold
  5. waren weggerold
  6. waren weggerold
o.t.t.t.
  1. zal wegrollen
  2. zult wegrollen
  3. zal wegrollen
  4. zullen wegrollen
  5. zullen wegrollen
  6. zullen wegrollen
o.v.t.t.
  1. zou wegrollen
  2. zou wegrollen
  3. zou wegrollen
  4. zouden wegrollen
  5. zouden wegrollen
  6. zouden wegrollen
diversen
  1. rol weg!
  2. rolt weg!
  3. weggerold
  4. wegrollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wegrollen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rouler wegrollen afzetten; bedotten; draaien; foppen; in de maling nemen; kantelen; neppen; ontvellen; oprollen; opstropen; rollen; ronddraaien; roteren; stropen; taxiën; te pakken nemen; tillen; verneuken; voor de gek houden; wentelen