Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. veroorloven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für veroorloven (Niederländisch) ins Französisch

veroorloven:

veroorloven Verb (veroorloof, veroorlooft, veroorloofde, veroorloofden, veroorloofd)

  1. veroorloven (permitteren)
    permettre; consentir
    • permettre Verb (permets, permet, permettons, permettez, )
    • consentir Verb (consens, consent, consentons, consentez, )

Konjugationen für veroorloven:

o.t.t.
  1. veroorloof
  2. veroorlooft
  3. veroorlooft
  4. veroorloven
  5. veroorloven
  6. veroorloven
o.v.t.
  1. veroorloofde
  2. veroorloofde
  3. veroorloofde
  4. veroorloofden
  5. veroorloofden
  6. veroorloofden
v.t.t.
  1. heb veroorloofd
  2. hebt veroorloofd
  3. heeft veroorloofd
  4. hebben veroorloofd
  5. hebben veroorloofd
  6. hebben veroorloofd
v.v.t.
  1. had veroorloofd
  2. had veroorloofd
  3. had veroorloofd
  4. hadden veroorloofd
  5. hadden veroorloofd
  6. hadden veroorloofd
o.t.t.t.
  1. zal veroorloven
  2. zult veroorloven
  3. zal veroorloven
  4. zullen veroorloven
  5. zullen veroorloven
  6. zullen veroorloven
o.v.t.t.
  1. zou veroorloven
  2. zou veroorloven
  3. zou veroorloven
  4. zouden veroorloven
  5. zouden veroorloven
  6. zouden veroorloven
diversen
  1. veroorloof!
  2. veroorlooft!
  3. veroorloofd
  4. veroorlovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für veroorloven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
consentir permitteren; veroorloven akkoord gaan; akkoord gaan met; autoriseren; beamen; bevestigen; bijvallen; dulden; duren; fiatteren; gedogen; gelijk geven; getroosten; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iets toekennen; instemmen; inwilligen; kloppen met; laten; moeite doen; onderschrijven; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; permitteren; rugsteunen; staven; steunen; stroken; stroken met; toebedelen; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemmen in; toestemming verlenen; toewijzen; tolereren; vergunnen; verlenen
permettre permitteren; veroorloven autoriseren; dulden; duren; fiatteren; gedogen; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; gunst verlenen; horen; in staat stellen; inwilligen; laten; mogelijk maken; permitteren; te horen krijgen; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemmen in; toestemming verlenen; tolereren; vergunnen; verlenen; vernemen

Wiktionary Übersetzungen für veroorloven:

veroorloven
verb
  1. in staat zijn een bepaalde luxe te genieten
veroorloven
verb
  1. Donner liberté, pouvoir de faire, de dire. (Sens général).