Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. ingeslonken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ingeslonken (Niederländisch) ins Französisch

ingeslonken:

ingeslonken Adjektiv

  1. ingeslonken (verminderd; ingekrompen; geringer gemaakt)
    réduit; diminué

Übersetzung Matrix für ingeslonken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
réduit hokje
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
diminué geringer gemaakt; ingekrompen; ingeslonken; verminderd
réduit geringer gemaakt; ingekrompen; ingeslonken; verminderd aan een kant beschrijfbaar; begrensd; beknopt; bekort; beperkt; eenzijdig; geborneerd; gelimiteerd; herleid; ingekort; vereenvoudigd; verkort; versoberd