Niederländisch

Detailübersetzungen für geschiktheid (Niederländisch) ins Französisch

geschiktheid:


geschikt:

geschikt Adjektiv

  1. geschikt (capabel; bekwaam; competent)
    capable; bon; qualifié; compétent; apte; habile; professionnel; spécialisé; expert
  2. geschikt (geëigend; passend; gepast)
  3. geschikt (adequaat; passend; gepast; juist)
  4. geschikt (tof)
  5. geschikt (arbeidsgeschikt; valide; in staat te werken)
  6. geschikt (schappelijk; billijk; redelijk)

Übersetzung Matrix für geschikt:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bon bon; coupon; tegoedbon; waardebon
bonhomme baasje; klein kereltje; ventje
correspondant berichtgever; commentator; correspondent; journalist; journalist ter plaatse; rapporteur; referent; reporter; verslaggever
expert deskundige; expert; keurmeester; specialist; specialiste; vakkundige
professionnel beroeps; deskundige; expert; prof; professional; specialist; specialiste; vakkundige
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
professionnel bekwaam; capabel; competent; geschikt beroeps; competent; deskundig; oordeelkundig; professioneel; professioneel uitziende; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
- adequaat; bekwaam; capabel
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acceptable adequaat; gepast; geschikt; juist; passend aanvaardbaar
adapté adequaat; gepast; geschikt; juist; passend pasklaar
adéquat adequaat; gepast; geschikt; geëigend; juist; passend passend
agréable geschikt; tof aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; comfortabel; eenvoudig; fijn; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; gezellig; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; huiselijk; hulpvaardig; knus; knusjes; lekker; leuk; licht; makkelijk; niet moeilijk; plezant; plezierig; prettig; simpel; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welkom; zachtaardig
agréablement geschikt; tof aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; comfortabel; fijn; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; gezellig; goedaardig; goedhartig; huiselijk; hulpvaardig; knus; knusjes; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
aimable geschikt; tof aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; amicaal; attent; attractief; bedaard; behaaglijk; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; charmant; dottig; enig; fijn; gelijkmoedig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kameraadschappelijk; knap; lekker; leuk; lief; minnelijk; mooi; op een aardige manier; plezant; plezierig; prettig; rustig; schattig; snoeperig; snoezig; sympathiek; vertederend; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
aimablement geschikt; tof aangenaam; aardig; amicaal; attent; behaaglijk; behulpzaam; bevallig; charmant; fijn; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kameraadschappelijk; leuk; lief; minnelijk; op een aardige manier; plezant; plezierig; prettig; sympathiek; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
approprié adequaat; billijk; gepast; geschikt; geëigend; juist; passend; redelijk; schappelijk correct; gepast; goed; juist; keurig; netjes; passend; precies; toepasbaar; toepasselijk; treffend
apte arbeidsgeschikt; bekwaam; capabel; competent; geschikt; in staat te werken; valide bedreven; bekwaam; fysiek in staat; geoefend; in staat
avec raison billijk; geschikt; redelijk; schappelijk decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk
bon adequaat; bekwaam; capabel; competent; gepast; geschikt; juist; passend; tof aangenaam; aanlokkelijk; aardig; akkoord; attent; behulpzaam; braaf; eerlijk; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; in orde; kostelijk; lekker; mee eens; mild; overheerlijk; plezierig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reuzelekker; smakelijk; verlokkend; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig; zalig
bonhomme geschikt; tof bezadigd; gezapig; sloom
capable bekwaam; capabel; competent; geschikt bedreven; bekwaam; geoefend
capable de travailler arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
comme il faut adequaat; gepast; geschikt; juist; passend beleefd; beschaafd; betamelijk; braaf; eerlijk; fatsoenlijk; fideel; gemanierd; naar behoren; netjes; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig; voorkomend; welgemanierd; welgevoeglijk; wellevend; welopgevoed; welvoeglijk
compétent bekwaam; capabel; competent; geschikt bedreven; bekwaam; bevoegd; competent; deskundig; fysiek in staat; gediplomeerd; gekwalificeerd; geoefend; in staat; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
convenable adequaat; billijk; gepast; geschikt; geëigend; juist; passend; redelijk; schappelijk; tof aangenaam; aanzienlijk; aardig; attent; behoorlijke; behulpzaam; beschaafd; betamelijk; decent; deftig; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; elegant; fatsoenlijk; fier; gepast; gepaste; geschikte; goedaardig; goedhartig; goedschiks; hebbelijk; hulpvaardig; indrukwekkend; keurig; majestueus; manierlijk; naar behoren; netjes; nobel; ordentelijk; parmant; parmantig; passend; passende; plechtig; plechtstatig; plezierig; redelijke; sierlijk; statig; tamelijke; trots; voegzaam; voorkomend; vorstelijk; vriendelijk; welgemanierd; welgevoeglijk; welopgevoed; welvoeglijk; zachtaardig; zedig
convenablement billijk; gepast; geschikt; geëigend; passend; redelijk; schappelijk aanzienlijk; betamelijk; decent; deftig; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; fier; gepast; gevoeglijk; hebbelijk; indrukwekkend; keurig; majestueus; manierlijk; naar behoren; netjes; nobel; ordentelijk; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; voegzaam; vorstelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
correspondant adequaat; gepast; geschikt; juist; passend analoog; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; hetzelfde; identiek; in overeenstemming met; net zo; overeenkomstig; passend bij; soortgelijk; volgens
de façon sympathique geschikt; tof aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig
décent adequaat; gepast; geschikt; juist; passend beschaafd; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; keurig; kies; kuis; manierlijk; naar behoren; netjes; ordentelijk; proper; respectabel; schoon; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk; zedig; zindelijk
en capacité de travail arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
expert bekwaam; capabel; competent; geschikt competent; deskundig; doorkneed; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
gentil geschikt; tof aangenaam; aardig; allerliefst; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bevallig; bijzonder aangenaam; charmant; dottig; enig; gelijkmoedig; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; mild; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; schattig; sereen; snoezig; sympathiek; vertederend; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
gentiment geschikt; tof aangenaam; aardig; amicaal; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; kameraadschappelijk; leuk; lief; mild; op een aardige manier; plezierig; prettig; sympathiek; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
habile bekwaam; capabel; competent; geschikt adrem; bedreven; behendig; bekwaam; bijdehand; briljant; clever; ervaren; fabelachtig; fantastisch; fysiek in staat; gaaf; geoefend; gevat; handig; in staat; ingenieus; intelligent; kien; knap; krankzinnig; kundig; kunstig; pienter; raak; rap; reuze; schrander; slim; snedig; snel; snugger; te gek; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; vlot; vlug; waanzinnig; wijs
honnête geschikt; tof aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; braaf; cru; decent; degelijk; deugdelijk; deugdzaam; echt; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gedegen; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kuis; lief; manierlijk; menens; netjes; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; plezierig; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig; van goede hoedanigheid; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; welvoeglijk; zachtaardig; zedig; zoet
plaisamment geschikt; tof aangenaam; bijzonder aangenaam; comfortabel; geestig; geinig; gemakkelijk; geriefelijk; grappig; heugelijk; heuglijk; humoristische; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; plezierig; verblijdend
plaisant geschikt; tof aangenaam; aardig; amusant; attractief; bevallig; bijzonder aangenaam; charmant; comfortabel; fijn; fraai; geestig; geinig; gemakkelijk; genietbaar; geriefelijk; goed ogend; grappig; guitig; heugelijk; heuglijk; humoristische; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lief; lollig; mooi; olijk; onderhoudend; plezierig; prettig; sympathiek; te genieten; uiig; verblijdend; vermakelijk; welgevallig
proportionné adequaat; gepast; geschikt; juist; passend
qualifié bekwaam; capabel; competent; geschikt bevoegd; competent; deskundig; doorkneed; ervaren; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; gerechtigd; geschoold; gewettigd; onderwezen; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
raisonable billijk; geschikt; redelijk; schappelijk
raisonablement billijk; geschikt; redelijk; schappelijk
spécialisé bekwaam; capabel; competent; geschikt competent; deskundig; gespecialiseerd; oordeelkundig; specialistisch; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
sympathique geschikt; tof aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; fijn; goedaardig; goedhartig; goedkeurend; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; instemmend; lekker; plezierig; prettig; toestemmend; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig

Verwandte Wörter für "geschikt":

  • geschiktheid, geschikter, geschiktere, geschiktst, geschiktste

Synonyms for "geschikt":


Verwandte Definitionen für "geschikt":

  1. precies wat nodig is1
    • is deze jurk geschikt voor het feest?1
  2. iets heel goed kunnen1
    • hij is heel geschikt voor dit werk1
  3. prettig om mee om te gaan1
    • dat is een geschikte vent1

Wiktionary Übersetzungen für geschikt:

geschikt
adjective
  1. Pratique
  2. Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
  3. Qui est propre ou approprié à quelque chose, qui convient parfaitement à une situation.
  4. Qui est à propos, selon le temps et le lieu.
  5. Qui est favorable, en parlant de divinité, toute puissance, ou autorité dont nous pouvoir dépendre.
  6. Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.

Cross Translation:
FromToVia
geschikt approprié appropriate — peculiar, suitable, fit, proper
geschikt approprié proper — fit, suitable
geschikt approprié; convenable; opportun suitable — appropriate to a certain occasion

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für geschiktheid