Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. eigengereidheid:
  2. eigengereid:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für eigengereidheid (Niederländisch) ins Französisch

eigengereidheid:


eigengereid:

eigengereid Adjektiv

  1. eigengereid (eigenwijs; eigenzinnig)

Übersetzung Matrix für eigengereid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entêté stijfhoofd; stijfkop
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entêté eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
obstiné eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig aanhoudend; bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; voortdurend; weerbarstig
obstinément eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig aanhoudend; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; voortdurend; weerbarstig

Verwandte Wörter für "eigengereid":


Wiktionary Übersetzungen für eigengereid:


Cross Translation:
FromToVia
eigengereid scolaire; formaliste; pédant; littéraire; cuistre bookish — characterized by a method of expression generally found in books