Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
insolent
|
|
boer; onbeschofte man
|
prétentieux
|
|
betweter; uitslover; wijsneus
|
rustre
|
|
agrariër; boer; heikneuter; kinkel; lummel; onbeschofte man; pummel; rotjoch; schoffie; sodemieter; vlegel; vlerk
|
supérieur
|
|
baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
|
vaniteux
|
|
ijdeltuit
|
villageois
|
|
dorpeling; dorpelinge; dorpelingen; dorpsbevolking; dorpsbewoner; dorpsbewoners; dorpsgemeenschap; dorpslui
|
Not Specified | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
champêtre
|
|
landelijk; plattelands
|
rural
|
|
landelijk; plattelands
|
rustique
|
|
landelijk; plattelands
|
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
altier
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
arrogamment
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
arrogant
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
arrogant; geringschattend; hanig; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
avec arrogance
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
geringschattend; hooghartig; ijdel; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
avec condescendance
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend
|
avec suffisance
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
belerend; frikkerig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
campagnard
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
dorps; landelijk; plattelands; rustiek
|
champêtre
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
dorps; landelijk; rustiek
|
condescendant
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend; verlagend
|
d'un air suffisant
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
|
de façon rustique
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
dorps; landelijk; rustiek
|
de manière arrogante
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
dédaigneusement
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
honend; hooghartig; laag; minachtend; smalend; spottend; vanuit de hoogte; verachtelijk
|
effronté
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
onbeleefd; ongemanierd
|
effrontément
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
|
en rustre
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
dorps
|
fier
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
fière
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
fièrement
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
grossier
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
aanstootgevend; aanstotelijk; amoreel; banaal; boers; bokkig; bot; dorps; grof; hufterig; immoreel; indiscreet; laag-bij-de-grond; lomp; obsceen; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; onbetamelijk; onelegant; onfatsoenlijk; ongehoord; ongelikt; ongemanierd; ongepast; onhebbelijk; onhoffelijk; onkies; onopgevoed; onvertogen; onvriendelijk; onwelvoegelijk; onzedelijk; onzedig; ordinair; plat; platvloers; plomp; schofterig; schuin; schunnig; triviaal; verkeerd; vies; vlegelachtig; volks; vulgair; vunzig; zedeloos
|
grossièrement
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
banaal; boers; circa; grof; hufterig; laag-bij-de-grond; lomp; omstreeks; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; onelegant; ongemanierd; ongeveer; onhebbelijk; onhoffelijk; onvriendelijk; pakweg; plat; platvloers; plomp; plusminus; ruwweg; schunnig; triviaal; vunzig
|
hautain
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
arrogant; geringschattend; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
impertinemment
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
brutaal; niet beschroomd; onbeleefd; onbeschroomd; ongemanierd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig; wijsneuserig
|
impertinent
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
brutaal; hondsbrutaal; lomp; niet beschroomd; onbeleefd; onbeschoft; onbeschroomd; ongemanierd; stoutmoedig; vlegelachtig; vrijmoedig; vrijpostig
|
impudemment
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
brutaalweg; doodgemoederd; doodleuk; onbeleefd; ongemanierd; schaamteloos
|
impudent
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
onbeleefd; ongemanierd; schaamteloos
|
insolemment
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
brutaalweg; doodgemoederd; doodleuk; lomp; onbeleefd; onelegant; ongemanierd; plomp
|
insolent
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
brutaal; hondsbrutaal; lomp; onbeleefd; onbeschoft; onelegant; ongemanierd; plomp; vrijpostig
|
méprisant
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
honend; hooghartig; laag; minachtend; smalend; spottend; verachtelijk
|
orgueilleusement
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
arrogant; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; trots; uit de hoogte; verwaand
|
orgueilleux
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
arrogant; fier; flink; glorieus; groots; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; opschepperig; prat; protsend; protserig; schreeuwerig; trots; uit de hoogte; verwaand
|
présomptueusement
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ijdel; ingebeeld; kwasterig; nuffig; verwaand; wijsneuserig; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
présomptueux
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ambitieus; belerend; eerzuchtig; frikkerig; ijdel; ingebeeld; kwasterig; nuffig; pedant; pretentieus; schoolmeesterachtig; streverig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
prétentieuse
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ijdel; ingebeeld; pretentieus; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
prétentieusement
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ijdel; ingebeeld; pretentieus; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
prétentieux
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
belerend; frikkerig; ijdel; ingebeeld; pedant; pretentieus; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
rural
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
agrarisch; dorps; landelijk; plattelands; rustiek
|
rustaud
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
dorps; landelijk; rustiek
|
rustique
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
dorps; landelijk; rustiek
|
rustre
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
bot; dorps; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onelegant; ongelikt; onopgevoed; plomp
|
sans façons
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
|
sans gêne
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
schaamteloos
|
sans se gêner
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
|
sans vergogne
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
schaamteloos
|
satisfait avec soi-même
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
belerend; frikkerig; ijdel; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
suffisant
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
belerend; bevredigend; frikkerig; genoeg; genoegzaam; geringschattend; hooghartig; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; pedant; schoolmeesterachtig; sufficiënt; toereikend; trots; uit de hoogte; verwaand; voldoende; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
supérieur
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
befaamd; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geacht; geringschattend; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogwaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; prominent; smalend; spottend; superieur; top; tot de beste klasse behorend; trots; uit de hoogte; uitstekend; van goede kwaliteit; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
vaniteuse
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
vaniteux
|
aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
villageois
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
dorps; landelijk; rustiek
|
à la paysanne
|
aanmatigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
|
boers; dorps; hufterig; landelijk; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk; rustiek
|