Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verwringen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verwringen (Niederländisch) ins Spanisch

verwringen:

verwringen Verb (verwring, verwringt, verwrong, verwrongen, verwrongen)

  1. verwringen

Konjugationen für verwringen:

o.t.t.
  1. verwring
  2. verwringt
  3. verwringt
  4. verwringen
  5. verwringen
  6. verwringen
o.v.t.
  1. verwrong
  2. verwrong
  3. verwrong
  4. verwrongen
  5. verwrongen
  6. verwrongen
v.t.t.
  1. heb verwrongen
  2. hebt verwrongen
  3. heeft verwrongen
  4. hebben verwrongen
  5. hebben verwrongen
  6. hebben verwrongen
v.v.t.
  1. had verwrongen
  2. had verwrongen
  3. had verwrongen
  4. hadden verwrongen
  5. hadden verwrongen
  6. hadden verwrongen
o.t.t.t.
  1. zal verwringen
  2. zult verwringen
  3. zal verwringen
  4. zullen verwringen
  5. zullen verwringen
  6. zullen verwringen
o.v.t.t.
  1. zou verwringen
  2. zou verwringen
  3. zou verwringen
  4. zouden verwringen
  5. zouden verwringen
  6. zouden verwringen
diversen
  1. verwring!
  2. verwringt!
  3. verwrongen
  4. verwringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verwringen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
retorcer verwringen klemmen; knellen; met iemand worstelen; omklemmen; uitwringen; worstelen; wriggelen; wrikken; wringen