Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. terloops:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für terloops (Niederländisch) ins Spanisch

terloops:

terloops Adjektiv

  1. terloops (losjes; in het voorbijgaan)
    de pasada; de paso
  2. terloops (vluchtig; kortstondig; haastig)
    fugaz; pasajero; de paso
  3. terloops (terzijde)
    hacia un lado; al lado; lateral; aparte

Übersetzung Matrix für terloops:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lateral flank; kant; rand; zijde; zijkant
pasajero inzittende; passagier; reiziger
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
al lado terloops; terzijde behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven; daarnaast; daarnevens; ernaast
aparte terloops; terzijde afgezonderd; afzonderlijk; alleenstaand; apart; behalve dat; bijzonder; bizar; bovendien; buitenissig; curieus; daarbij; daarenboven; desolaat; eenzaam; eigenaardig; excentriek; gescheiden; geïsoleerd; los van elkaar; losstaand; merkwaardig; ongewoon; op zich; op zichzelf staand; separaat; typisch; verlaten; vreemd; vrijstaand; zonderling
de pasada in het voorbijgaan; losjes; terloops
de paso haastig; in het voorbijgaan; kortstondig; losjes; terloops; vluchtig
fugaz haastig; kortstondig; terloops; vluchtig vluchtelings
hacia un lado terloops; terzijde naar opzij; zijwaarts
lateral terloops; terzijde lateraal; naar opzij; zijwaarts
pasajero haastig; kortstondig; terloops; vluchtig eindig; tijdelijk; vergankelijk; voorbijgaand

Verwandte Wörter für "terloops":

  • terloopsheid, terloopse

Wiktionary Übersetzungen für terloops:


Cross Translation:
FromToVia
terloops a propósito apropos — by the way

Computerübersetzung von Drittern: