Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. schotten:
  2. schot:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schotten (Niederländisch) ins Spanisch

schotten:

schotten [de ~] Nomen, Plural

  1. de schotten (tussenschotten; afscheidingen)

Übersetzung Matrix für schotten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
paredes divisorias afscheidingen; schotten; tussenschotten scheidsmuren

Verwandte Wörter für "schotten":


schotten form of schot:

schot [de ~ (m)] Nomen

  1. de schot (tussenschot; afscheiding; beschot; tussenmuur)
    la pared; la raya; la cosecha; el disparo; la separación; el chute; el enmaderamiento; la cara; el revestimiento de madera; el pequeño tabique

Übersetzung Matrix für schot:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cara afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot aangezicht; aanzien; buitenkant; cara; gedaante; gelaat; gezicht; kijk; panorama; prospect; type; uiterlijk; uitzicht; vergezicht; verschijning; vertoon; vooreind; vooreinde; voorkomen; voorste gedeelte; vorm; vue; zicht
chute afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; hek; hekwerk; tussenmuurtje
cosecha afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; druivenoogst; hek; hekwerk; krop; oogst; opbrengst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; opeengepakte bladeren; pluk; product; rendement; tussenmuurtje; uitkomst; voortbrengsel; wijnoogst
disparo afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; beschieting; geweerschot; hek; hekwerk; schot van een geweer; tussenmuurtje
enmaderamiento afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; beschot; betimmering; hek; hekwerk; houtversiering; lambrisering; tussenmuurtje
pared afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot heining; muur; tussenmuurtje
pequeño tabique afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; hek; hekwerk
raya afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; band; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haal; haarband; haarlint; hek; hekwerk; kras; lijn; linie; lint; pennekras; reep; rij; rimpel; rog; streep; tussenmuurtje; volume
revestimiento de madera afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot beschot; betimmering; houtbekleding; houtversiering; lambrisering; tussenmuurtje
separación afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afkoppelen; afscheiding; afsplitsing; afzondering; antigeleiding; grens; grenslijn; isolatie; isolator; isolering; lijn die de grensscheiding aangeeft; tussenmuurtje

Verwandte Wörter für "schot":


Verwandte Definitionen für "schot":

  1. keer dat je een kogel afvuurt1
    • de vogel werd met één schot gedood1
  2. rechtopstaande wand1
    • er stond een schot tussen onze bedden1

Wiktionary Übersetzungen für schot:


Cross Translation:
FromToVia
schot pared; tabique; taqique paroi — maçonnerie|fr cloison de maçonnerie qui séparer une chambre ou quelque autre pièce d’un appartement d’avec une autre.