Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. schelden:
  2. schellen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schelden (Niederländisch) ins Spanisch

schelden:

schelden Verb (scheld, scheldt, schold, scholden, gescholden)

  1. schelden (uitschelden; beledigen; uitjouwen; uitmaken voor)

Konjugationen für schelden:

o.t.t.
  1. scheld
  2. scheldt
  3. scheldt
  4. schelden
  5. schelden
  6. schelden
o.v.t.
  1. schold
  2. schold
  3. schold
  4. scholden
  5. scholden
  6. scholden
v.t.t.
  1. heb gescholden
  2. hebt gescholden
  3. heeft gescholden
  4. hebben gescholden
  5. hebben gescholden
  6. hebben gescholden
v.v.t.
  1. had gescholden
  2. had gescholden
  3. had gescholden
  4. hadden gescholden
  5. hadden gescholden
  6. hadden gescholden
o.t.t.t.
  1. zal schelden
  2. zult schelden
  3. zal schelden
  4. zullen schelden
  5. zullen schelden
  6. zullen schelden
o.v.t.t.
  1. zou schelden
  2. zou schelden
  3. zou schelden
  4. zouden schelden
  5. zouden schelden
  6. zouden schelden
diversen
  1. scheld!
  2. scheldt!
  3. gescholden
  4. scheldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schelden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
insultar afsnauwen; uitvallen tegen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blasfemar beledigen; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden belasteren; beschimpen; blaffen; brullen; bulderen; daveren; foeteren; honen; ketteren; kwaadspreken; lasteren; roddelen; schreeuwen; smaden; verguizen; vloeken
injuriar beledigen; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden belasteren; beschimpen; grieven; krenken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; pijn doen; smaden; uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken; zeer doen
insultar beledigen; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden belasteren; beschimpen; bespotten; foeteren; ketteren; kwaadspreken; lasteren; smaden; uitschelden; vloeken
lanzar blasfemias beledigen; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden blaffen; brullen; bulderen; daveren; foeteren; fulmineren; ketteren; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitvaren tegen; vloeken
maldecir beledigen; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden belasteren; foeteren; ketteren; kwaad zijn; kwaadspreken; lasteren; roddelen; schuimbekken; verdoemen; veroordelen tot de hel; vervloeken; verwensen; vloeken; woedend zijn

Wiktionary Übersetzungen für schelden:

schelden
verb
  1. krenkende of beledigende woorden uitspreken op heftige of ruwe toon

Cross Translation:
FromToVia
schelden reñir scuffle — to fight or struggle confusedly at close quarters

schelden form of schellen:

schellen [de ~] Nomen, Plural

  1. de schellen
    el timbres

schellen Verb (schel, schelt, schelde, schelden, gescheld)

  1. schellen

Konjugationen für schellen:

o.t.t.
  1. schel
  2. schelt
  3. schelt
  4. schellen
  5. schellen
  6. schellen
o.v.t.
  1. schelde
  2. schelde
  3. schelde
  4. schelden
  5. schelden
  6. schelden
v.t.t.
  1. heb gescheld
  2. hebt gescheld
  3. heeft gescheld
  4. hebben gescheld
  5. hebben gescheld
  6. hebben gescheld
v.v.t.
  1. had gescheld
  2. had gescheld
  3. had gescheld
  4. hadden gescheld
  5. hadden gescheld
  6. hadden gescheld
o.t.t.t.
  1. zal schellen
  2. zult schellen
  3. zal schellen
  4. zullen schellen
  5. zullen schellen
  6. zullen schellen
o.v.t.t.
  1. zou schellen
  2. zou schellen
  3. zou schellen
  4. zouden schellen
  5. zouden schellen
  6. zouden schellen
en verder
  1. ben gescheld
  2. bent gescheld
  3. is gescheld
  4. zijn gescheld
  5. zijn gescheld
  6. zijn gescheld
diversen
  1. schel!
  2. schelt!
  3. gescheld
  4. schellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schellen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
timbres schellen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
llamar con la campanilla schellen

Verwandte Wörter für "schellen":


Wiktionary Übersetzungen für schellen:


Cross Translation:
FromToVia
schellen sonar; llamar; tocar la campanilla; tocar sonnerrendre un son.

Verwandte Übersetzungen für schelden