Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. opperst:
  2. oppersen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opperst (Niederländisch) ins Spanisch

opperst:

opperst Adjektiv

  1. opperst (allerhoogst; hoogst)
  2. opperst (bovenst)
    supremo; superior; sumo; más alto; más arriba

Übersetzung Matrix für opperst:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
superior baas; chef; hoofd; meerdere; superieur; voorman; werkbaas
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lo más alto allerhoogst; hoogst; opperst
lo supremo allerhoogst; hoogst; opperst bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; pijnlijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer; zeerste
más alto bovenst; opperst bovenste; hogerop; opperste
más arriba bovenst; opperst bovenaan; bovenste; opperste
sumo bovenst; opperst bovenste; opperste
superior bovenst; opperst bijzonder; bovenste; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; groter; heel erg; hogelijk; hoger; hogere; hoog geplaatst; hoogste; magistraal; meesterlijk; opperste; superieur; ten zeerste; uitermate; uiterst; voornaamst; zeer
supremo allerhoogst; bovenst; hoogst; opperst bijzonder; bovenste; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogste; opperste; pijnlijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; voornaamst; zeer; zeerste

Wiktionary Übersetzungen für opperst:


Cross Translation:
FromToVia
opperst supremo; suprema supreme — dominant

opperst form of oppersen:

oppersen Verb (pers op, perst op, perste op, persten op, opgeperst)

  1. oppersen

Konjugationen für oppersen:

o.t.t.
  1. pers op
  2. perst op
  3. perst op
  4. persen op
  5. persen op
  6. persen op
o.v.t.
  1. perste op
  2. perste op
  3. perste op
  4. persten op
  5. persten op
  6. persten op
v.t.t.
  1. heb opgeperst
  2. hebt opgeperst
  3. heeft opgeperst
  4. hebben opgeperst
  5. hebben opgeperst
  6. hebben opgeperst
v.v.t.
  1. had opgeperst
  2. had opgeperst
  3. had opgeperst
  4. hadden opgeperst
  5. hadden opgeperst
  6. hadden opgeperst
o.t.t.t.
  1. zal oppersen
  2. zult oppersen
  3. zal oppersen
  4. zullen oppersen
  5. zullen oppersen
  6. zullen oppersen
o.v.t.t.
  1. zou oppersen
  2. zou oppersen
  3. zou oppersen
  4. zouden oppersen
  5. zouden oppersen
  6. zouden oppersen
en verder
  1. is opgeperst
  2. zijn opgeperst
diversen
  1. pers op!
  2. perst op!
  3. opgeperst
  4. oppersend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für oppersen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
planchar oppersen effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladstrijken; strijken