Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. indraaien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für indraaien (Niederländisch) ins Spanisch

indraaien:

indraaien Verb (draai in, draait in, draaide in, draaiden in, ingedraaid)

  1. indraaien (inschroeven)

Konjugationen für indraaien:

o.t.t.
  1. draai in
  2. draait in
  3. draait in
  4. draaien in
  5. draaien in
  6. draaien in
o.v.t.
  1. draaide in
  2. draaide in
  3. draaide in
  4. draaiden in
  5. draaiden in
  6. draaiden in
v.t.t.
  1. heb ingedraaid
  2. hebt ingedraaid
  3. heeft ingedraaid
  4. hebben ingedraaid
  5. hebben ingedraaid
  6. hebben ingedraaid
v.v.t.
  1. had ingedraaid
  2. had ingedraaid
  3. had ingedraaid
  4. hadden ingedraaid
  5. hadden ingedraaid
  6. hadden ingedraaid
o.t.t.t.
  1. zal indraaien
  2. zult indraaien
  3. zal indraaien
  4. zullen indraaien
  5. zullen indraaien
  6. zullen indraaien
o.v.t.t.
  1. zou indraaien
  2. zou indraaien
  3. zou indraaien
  4. zouden indraaien
  5. zouden indraaien
  6. zouden indraaien
en verder
  1. ben ingedraaid
  2. bent ingedraaid
  3. is ingedraaid
  4. zijn ingedraaid
  5. zijn ingedraaid
  6. zijn ingedraaid
diversen
  1. draai in!
  2. draait in!
  3. ingedraaid
  4. indraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für indraaien:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
atornillar aanschroeven; dichtschroeven; vastschroeven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
atornillar indraaien; inschroeven aandraaien; aanschroeven; dichtschroeven; door draaien vastmaken; schroeven; vastdraaien; vastschroeven