Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. geworteld:
  2. wortelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für geworteld (Niederländisch) ins Spanisch

geworteld:

geworteld Adjektiv

  1. geworteld (als met wortels ingegroeid; vastgegroeid; verstokt; ingeworteld)
    enraizado; arraigado

Übersetzung Matrix für geworteld:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arraigado als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt diepgeworteld
enraizado als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt

wortelen:

wortelen Verb (wortel, wortelt, wortelde, wortelden, geworteld)

  1. wortelen (wortel schieten; vastgroeien)

Konjugationen für wortelen:

o.t.t.
  1. wortel
  2. wortelt
  3. wortelt
  4. wortelen
  5. wortelen
  6. wortelen
o.v.t.
  1. wortelde
  2. wortelde
  3. wortelde
  4. wortelden
  5. wortelden
  6. wortelden
v.t.t.
  1. ben geworteld
  2. bent geworteld
  3. is geworteld
  4. zijn geworteld
  5. zijn geworteld
  6. zijn geworteld
v.v.t.
  1. was geworteld
  2. was geworteld
  3. was geworteld
  4. waren geworteld
  5. waren geworteld
  6. waren geworteld
o.t.t.t.
  1. zal wortelen
  2. zult wortelen
  3. zal wortelen
  4. zullen wortelen
  5. zullen wortelen
  6. zullen wortelen
o.v.t.t.
  1. zou wortelen
  2. zou wortelen
  3. zou wortelen
  4. zouden wortelen
  5. zouden wortelen
  6. zouden wortelen
diversen
  1. wortel!
  2. wortelt!
  3. geworteld
  4. wortelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wortelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arraigar vastgroeien; wortel schieten; wortelen
echar raíces vastgroeien; wortel schieten; wortelen aarden; gronden
radicar vastgroeien; wortel schieten; wortelen

Verwandte Wörter für "wortelen":


Wiktionary Übersetzungen für wortelen:

wortelen
verb
  1. wortel schieten