Niederländisch

Detailübersetzungen für gesticht (Niederländisch) ins Spanisch

gesticht:

gesticht Adjektiv

  1. gesticht (opgericht)

gesticht [het ~] Nomen

  1. het gesticht (krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting; gekkenhuis; )
    la casa de locos; el hospital psiquiátrico; la institución; la residencia; el amoblamiento; la clínica psiquiátrica; el centro; el hospital; el asilo; el hospicio; el asilo para locos; el asilo para dementes

Übersetzung Matrix für gesticht:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amoblamiento dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting ameublement; benodigde; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
asilo dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting asiel; haven; hospitium; opvangcentrum; schuilplaats; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchtelingenkamp; vluchthaven; vluchtoord; vrijplaats; wijkplaats
asilo para dementes dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
asilo para locos dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
casa de locos dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
centro dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting binnenste; bloedpomp; bolwerk; centrum; hart; kern; middelpunt; middelste; midden
clínica psiquiátrica dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
hospicio dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting asiel; hospitium; opvangcentrum
hospital dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gasthuis; hospitaal; ziekenhuis
hospital psiquiátrico dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
institución dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting dienst; instituut; internaat; kostschool; pensionaat
residencia dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting honk; huis; huisje; optrekje; residentie; residentswoning; stulp; thuis; verblijf; verblijfplaats; woning; woonhuis; woonplaats
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
constituido gesticht; opgericht gefundeerd; gegrond; gevormd
establecido gesticht; opgericht bepaald; gedetermineerd; gefundeerd; gegrond; geschat; gesetteld; gevestigd; gezeten; ingetrokken; woonachtig; zetelend
fundado gesticht; opgericht aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; geldig; gerechtvaardigd; gewettigd; logisch; op deugdelijke gronden steunend; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; valide

Verwandte Wörter für "gesticht":

  • gestichte

gesticht form of stichten:

stichten Verb (sticht, stichtte, stichtten, gesticht)

  1. stichten (oprichten; instellen; invoeren)

Konjugationen für stichten:

o.t.t.
  1. sticht
  2. sticht
  3. sticht
  4. stichten
  5. stichten
  6. stichten
o.v.t.
  1. stichtte
  2. stichtte
  3. stichtte
  4. stichtten
  5. stichtten
  6. stichtten
v.t.t.
  1. heb gesticht
  2. hebt gesticht
  3. heeft gesticht
  4. hebben gesticht
  5. hebben gesticht
  6. hebben gesticht
v.v.t.
  1. had gesticht
  2. had gesticht
  3. had gesticht
  4. hadden gesticht
  5. hadden gesticht
  6. hadden gesticht
o.t.t.t.
  1. zal stichten
  2. zult stichten
  3. zal stichten
  4. zullen stichten
  5. zullen stichten
  6. zullen stichten
o.v.t.t.
  1. zou stichten
  2. zou stichten
  3. zou stichten
  4. zouden stichten
  5. zouden stichten
  6. zouden stichten
en verder
  1. ben gesticht
  2. bent gesticht
  3. is gesticht
  4. zijn gesticht
  5. zijn gesticht
  6. zijn gesticht
diversen
  1. sticht!
  2. stichtt!
  3. gesticht
  4. stichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für stichten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
constituir instellen; invoeren; oprichten; stichten inrichten; installeren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen
establecer instellen; invoeren; oprichten; stichten aanstellen; arrangeren; benoemen; bepalen; bouwen; construeren; determineren; iets op touw zetten; initiëren; inrichten; installeren; koloniseren; op gang brengen; oprichten; optrekken; overeindzetten; plaats toekennen; plaatsen; regelen; settelen; vaststellen; vestigen
fundar instellen; invoeren; oprichten; stichten aarden; arrangeren; begronden; bouwen; construeren; funderen; gronden; grondvesten; iets op touw zetten; initiëren; koloniseren; onderbouwen; onderheien; op gang brengen; regelen; settelen; vestigen
- beginnen; oprichten

Verwandte Wörter für "stichten":


Synonyms for "stichten":


Antonyme für "stichten":


Verwandte Definitionen für "stichten":

  1. het laten ontstaan1
    • we gaan een gezin stichten1

Wiktionary Übersetzungen für stichten:


Cross Translation:
FromToVia
stichten establecer establish — To form; to set up in business
stichten fundar found — to start organization
stichten atizar; encender entfachengehoben: ein Feuer oder einen Brand entstehen lassen
stichten establecer; fundar etablieren — (transitiv) etwas dauerhaft einrichten, ins Leben rufen
stichten dar lugar a; ocasionar; causar; instigar; maquinar; producir causerêtre cause de ; occasionner, provoquer.
stichten determinar déterminerfixer les limites de, délimiter précisément.
stichten fundar; instituir; motivar fonderasseoir un bâtiment, un édifice sur des fondements.
stichten mediar; dar lugar a; ocasionar; causar; instigar; maquinar; producir; procurar procurerfaire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Verwandte Übersetzungen für gesticht