Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. erger worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für erger worden (Niederländisch) ins Spanisch

erger worden:

erger worden Verb (word erger, wordt erger, werd erger, werden erger, erger geworden)

  1. erger worden (verslechteren)

Konjugationen für erger worden:

o.t.t.
  1. word erger
  2. wordt erger
  3. wordt erger
  4. worden erger
  5. worden erger
  6. worden erger
o.v.t.
  1. werd erger
  2. werd erger
  3. werd erger
  4. werden erger
  5. werden erger
  6. werden erger
v.t.t.
  1. ben erger geworden
  2. bent erger geworden
  3. is erger geworden
  4. zijn erger geworden
  5. zijn erger geworden
  6. zijn erger geworden
v.v.t.
  1. was erger geworden
  2. was erger geworden
  3. was erger geworden
  4. waren erger geworden
  5. waren erger geworden
  6. waren erger geworden
o.t.t.t.
  1. zal erger worden
  2. zult erger worden
  3. zal erger worden
  4. zullen erger worden
  5. zullen erger worden
  6. zullen erger worden
o.v.t.t.
  1. zou erger worden
  2. zou erger worden
  3. zou erger worden
  4. zouden erger worden
  5. zouden erger worden
  6. zouden erger worden
diversen
  1. word erger!
  2. wordt erger!
  3. erger geworden
  4. erger wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für erger worden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desmejorarse erger worden; verslechteren
deteriorar erger worden; verslechteren aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; bezoedelen; deren; eer door het slijk halen
ir de mal en peor erger worden; verslechteren

Verwandte Übersetzungen für erger worden